De ex-partner van meneer heeft het LBIO begin 2016 benaderd omdat meneer over de maanden mei t/m oktober 2015 geen kinderalimentatie had betaald voor de jongste zoon. De rechter had in de echtscheidingsbeschikking van 1 december 2015 bepaald dat alimentatie was verschuldigd met ingang van 18 mei 2015. Dit is de datum waarop de echtscheidingsprocedure was gestart.
Toen het LBIO de man bij brief van 11 februari 2016 tot betaling aanspoorde, reageerde hij dat hij tot eind november 2015 een gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd met zijn –toen nog- echtgenote. En dat zijn salaris t/m november 2015 op de gezamenlijke (en/of)rekening is gestort. Hij schreef dat hij een en ander kon aantonen.
Het LBIO nam de inning op 12 mei 2016 over en legde beslag op het salaris van meneer. Na tussenkomst van de advocaten van de man en zijn ex staakte het LBIO de inning in juni 2016.
