2010/267

Rapport

Verzoeker, een Algerijn en voormalig (gehandicapt) kampioen discuswerpen, verbleef nadat zijn asielverzoek was afgewezen in vreemdelingenbewaring. De Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) had de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) opdracht gegeven om verzoekers uitzetting naar Algerije te regelen. Verzoeker beschikte niet (meer) over een geldig Algerijns paspoort. Om die reden wilde de DT&V bij de Algerijnse ambassade een laissez-passer aanvragen. Voor deze aanvraag waren onder meer verzoekers vingerafdrukken vereist. De DT&V verzocht de KMar deze bij verzoeker af te nemen. Verzoeker weigerde zijn medewerking hieraan omdat de vingerafdrukken al eerder waren afgenomen. Tweemaal werd hij daartoe vergeefs uit zijn cel gehaald. De derde keer werden de vingerafdrukken met toepassing van geweld (waaronder de aanleg van boeien) door vier KMar medewerkers afgenomen. Hetgeen overigens niet leidde tot bruikbare afdrukken. Verzoeker klaagde over deze gang van zaken en wees er op dat zijn beenprothese bij dit optreden van de KMar kapot was gegaan. De Nationale ombudsman oordeelde dat de KMar met het afnemen van vingerafdrukken zonder dat de noodzaak daartoe duidelijk was, had gehandeld in strijd met het verbod van misbruik van bevoegdheid. Ook oordeelde hij dat gelet op alle omstandigheden (geen bevoegdheid tot boeien, onmogelijkheid om het doel te bereiken, de mogelijkheid van het opleggen van een sanctie en de impact van het hele voorval) verzoekers grondrecht van in dit geval de onaantastbaarheid van het menslijk lichaam onvoldoende was gerespecteerd. Bovendien had de behandeling van de klacht te lang geduurd en was daarmee het vereiste van voortvarendheid geschonden.

Instantie: Koninklijke Marechaussee te District Schiphol

Klacht:

Met geweld vingerafdrukken afgenomen; klacht niet behandeld tot het moment dat verzoeker zich tot de Nationale ombudsman wendde.

Oordeel:

Gegrond