2005/303

Rapport

Verzoeker, een asielzoeker, had verblijfsvergunning op grond van het categoriale beschermingsbeleid voor Sierra Leone. Omdat dit beleid was afgeschaft, was zijn verblijfsvergunning vervallen. Om te bezien of er nog andere gronden waren om hem een asielvergunning te verlenen, moest verzoeker in de gelegenheid worden gesteld om te worden gehoord. Dit verhoor zou plaatsvinden in Ter Apel. Verzoeker en zijn gemachtigde, die uit Breda moesten komen, vonden dit te ver, omdat dit een reis zou zijn van negen uur in totaal, heen en terug, met het openbaar vervoer. Daarom had de gemachtigde verzocht om telefonisch te worden gehoord.

Verzoeker klaagde erover dat het verzoek om telefonisch te worden gehoord was afgewezen.

De Nationale ombudsman overwoog het volgende. Het belang van een zorgvuldig verhoor van de asielzoeker in persoon door IND-ambtenaren die expertise hadden opgebouwd in bepaalde zaken, die in Ter Aple waren gevestigde, moest worden afgewogen tegen het belang van verzoeker, en vooral van zijn gemachtigde, om wel te worden gehoord, maar dan telefonisch, vanwege de lange reistijd.

De argumenten van de minister om verzoeker in persoon te horen werden redelijk geacht, omdat het voor een zorgvuldig gehoor, gelet op de aard en functie van dit gehoor, wel van belang was dat betrokkene in persoon verscheen. Uit een oogpunt van een efficiënte werkwijze was het van belang dat de ambtenaren die expertise hadden opgebouwd bij elkaar in een locatie waren geplaatst, en dat deze ambtenaren niet telkens naar een andere locatie hoefden te reizen. De reistijd was wel bijzonder lang, maar de reis was niet onmogelijk.

De Nationale ombudsman oordeelde dat het redelijkheidsvereiste door de afwijzing van het verzoek om telefonisch te worden gehoor, niet was geschonden.

Instantie: Immigratie- en Naturalisatiedienst

Klacht:

Verzoek om telefonisch te worden gehoord afgewezen.

Oordeel:

Niet gegrond