Politieagent mag bij staandehouding geen antecedenten uit politiesysteem voordragen

Brief

Een man heeft bij de Nationale ombudsman een klacht ingediend omdat hij het niet eens was met de reactie van de politie op zijn klacht.

Hij was op een nacht met een paar bekenden in de buurt van het Station in Hilversum. Ze zagen een drietal politieagenten waarvan één op een motor. Die waren naar het station gekomen om iemand te helpen die zelfmoord wilde plegen bij het spoor. De man bood de politie zijn hulp aan, maar dat werd afgeslagen. De motoragent verzocht hen weg te gaan. De mannen gingen echter niet weg maar liepen – parallel aan het spoor – met de agenten mee. Daarbij maakten zij denigrerende opmerkingen richting de politieagenten. De agenten riepen nog een keer dat ze weg moesten gaan. Toen de agenten daarna met het slachtoffer terugkwamen op het Stationsplein stonden de mannen er weer en gingen door met provoceren. De politie verzocht hen nog een keer om te vertrekken. Toen ze aan dit verzoek geen gehoor gaven, besloot de politie hen staande te houden. De motoragent vroeg aan de man zijn legitimatiebewijs te tonen. De man gaf zijn legitimatiebewijs maar ging ook door met filmen. De motoragent gaf aan dat hij geen toestemming gaf voor het verspreiden van de filmbeelden. De man sprak toen zijn verbazing uit over het feit dat hij zomaar door de politie werd weggestuurd en zei dat hij 50.000 volgers had. De motoragent vond dat hij door de man in een kwaad daglicht werd gezet en benoemde de aandachtvestiging en enkele antecedenten die op naam van de man stonden. Toen de motoragent daarna wilde vertrekken, uitte de man nog een belediging richting hem. De motoragent keerde om en vorderde dat de man moest vertrekken. Toen de man ook daar geen gevolg aan gaf, kondigde de motoragent aan hem aan te houden als hij nu niet weg ging. Uiteindelijk gingen de mannen weg.

De klacht van de man over het vorderen om weg te gaan was volgens de ombudsman ongegrond. Iedereen moet gehoor geven aan de vordering van een politieambtenaar om te vertrekken.

De klacht van de man over het verzoek om het identiteitsbewijs te tonen is eveneens ongegrond. De politie mag op grond van de Wet op de identificatieplicht een legitimatiebewijs vorderen.

De klacht over de bejegening door de motoragent is gegrond. Het was niet professioneel dat de motoragent 'hits' over de man uit de politiesystemen voordroeg. Ook maakte hij daarbij enkele denigrerende opmerkingen.

De klacht van de man dat de motoragent hem naar de keel greep is ongegrond. Het kon niet worden vastgesteld dat de agent wat anders had gedaan dan de man licht tegen de borst duwen.