Zorgkantoor bestempelt iemand onterecht als fraudeur

Ik ben geen fraudeur

Op deze pagina

    Column
    Moeder en dochter op de bank in de tuin

    Samantha (niet de echte naam) heeft een dochter van 19 jaar met een licht verstandelijke beperking. Haar dochter heeft zorg en ondersteuning nodig. Omdat zij die zorg niet in haar eentje regelen, helpt Samantha daarmee. De zorg willen ze graag zelf regelen met een zogeheten persoonsgebonden budget, een pgb. Daarom dient Samantha een pgb-aanvraag in bij het zorgkantoor van haar zorgverzekering. Ze stuurt daarvoor allerlei stukken en bewijzen op. Als het zorgkantoor alles binnen heeft, bellen ze nog met Samantha. Dat gesprek verloopt goed. Het zorgkantoor geeft een positief advies voor een pgb.

    Frauduleuze handeling

    Maar een paar weken later krijgt Samantha een brief waarin staat dat de aanvraag voor een pgb toch is afgewezen. De reden: Samantha heeft niet verteld dat haar dochter een bewindvoerder heeft. Dat had ze wel moeten doen. Volgens het zorgkantoor heeft Samantha deze belangrijke informatie expres niet benoemd in haar aanvraag, of tijdens het telefoongesprek. Het zorgkantoor schrijft dat dit een 'frauduleuze handeling' is. Samantha snapt er niets van. Ze heeft haar best gedaan om alles op te sturen, maar was de informatie over de bewindvoerder gewoon vergeten. Ze is helemaal geen fraudeur!

    Samantha dient gelijk een klacht in, maar het zorgkantoor is het niet met haar klacht eens. Ze weet niet wat ze moet doen. Het zorgkantoor bestempelt haar nu als fraudeur, en haar dochter krijgt niet de zorg die ze nodig heeft. Gelukkig weet Samantha ons te vinden. Wij beginnen een onderzoek en vragen aan haar wat er precies gebeurd is. Ook het zorgkantoor vragen we om uitleg.

    Vertrouwen aan de burger geven

    Uit ons onderzoek blijkt dat het besluit van het zorgkantoor onterecht was. Het was namelijk helemaal niet zeker dat Samantha fraudeerde. Toch ging het zorgkantoor daar van uit. Dat vind ik kwalijk, want fraude is een hele zware beschuldiging. Een beschuldiging die het zorgkantoor té snel maakte. Vertrouwen is de basis voor een goede relatie tussen de burger en de overheid. Dat vertrouwen moet de overheid de burger dan ook geven. Dat betekent onder andere dat de overheid uit moet gaan van de goede bedoelingen van mensen.

    Kans krijgen om iets uit te leggen

    Ook vind ik dat mensen de kans moeten krijgen om iets uit te leggen als iets mist, of onduidelijk is bij een belangrijke aanvraag. In dit geval had het zorgkantoor bijvoorbeeld kunnen bellen met Samantha. Dan hadden ze haar kunnen vragen naar de bewindvoerder van haar dochter. En dan had Samantha die informatie alsnog kunnen geven. Op die manier was haar vergissing veel eerder opgelost.

    De personen op de foto zijn niet de personen uit de tekst.

    Deze column is ook verschenen in De Telegraaf van 13 januari 2024.