Onderzoek noodopvang veteranen

Waar kan een veteraan heen?

Op deze pagina

    Column
    Man van middelbare leeftijd met donkerbruin haar en baardje zit op de bank en kijkt naast zich

    Na een vredesmissie in Afghanistan is veteraan Albert (niet de echte naam) onder behandeling geweest voor een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Eigenlijk heeft hij een vervolgbehandeling nodig. Door een gebrek aan therapeuten krijgt hij die niet. Thuis lopen de spanningen tussen Albert en zijn vrouw wel hoog op. Om erger te voorkomen, vlucht Albert het huis uit. Maar waar moet hij naartoe?

    Waar kan ik terecht?

    Op aanraden van een maat die hij kent uit het veteranen inloophuis belt hij eerst met het Veteranenloket. Het is vrijdagavond en het Veteranenloket kan Albert niet aan een opvangplek helpen. Na verschillende mislukte pogingen via de politie en de GGZ vindt hij eindelijk een plek. Gelukkig kan hij tijdelijk terecht in een veteranen inloophuis. Alleen kunnen de vrijwilligers daar hem niet de hulp bieden die hij nodig heeft. Het helpt ook niet dat hij na een maand weer weg moet.

    Noodopvang

    In de afgelopen jaren kreeg ik als Veteranenombudsman regelmatig dit soort klachten over de noodopvang van veteranen. Veteranen weten bijvoorbeeld niet waar ze precies terechtkunnen voor noodopvang. Instanties wijzen naar elkaar en zijn niet goed bereikbaar buiten kantooruren. Als er dan een opvanglocatie gevonden is, zijn er geen hulpverleners met precieze kennis die een veteraan nodig heeft.

    Ik ben daarom een onderzoek gestart naar deze problemen. De minister van Defensie heeft een bijzondere zorgplicht voor veteranen. Haar heb ik een aantal vragen gesteld. Ook sprak ik met vertegenwoordigers van betrokken organisaties zoals bijvoorbeeld het Leger des Heils.

    Adviezen voor verbetering

    Al die informatie heb ik gebruikt voor een aantal dringende adviezen. Zo moet er betere en duidelijkere informatie komen over de opvangmogelijkheden voor veteranen. Niet alleen de veteraan of diens partner moet om hulp kunnen vragen. Ook mensen eromheen zoals vrienden of buren moeten die mogelijkheid hebben. Het is ook belangrijk dat alle veteranen gebruik kunnen maken van noodopvang. Niet alleen veteranen van wie al officieel bekend is dat zij een ziekte hebben die te maken heeft met hun werk. Als laatste moet het mogelijk worden langer in een noodopvang te blijven. De huidige periode is in de praktijk te kort blijkt al uit het verhaal van Albert.

    De manier waarop de noodopvang voor veteranen nu geregeld is, zorgt ervoor dat zij zich in de steek gelaten voelen en dat kan niet. Daarom zet ik me in om de situatie voor veteranen zoals Albert te verbeteren. Met hem gaat het gelukkig al een stuk beter nu hij opvang en de juiste hulp krijgt.

    De personen op de foto zijn niet de personen uit de tekst.

    Deze column is ook verschenen in De Telegraaf van 5 maart 2022.