2011/072: ZZP'ers met een valse start' (9 feb 2010) over bejegening door inspecteurs van het UWV

Rapport

Verzoeker startte in 2000 een eigen bedrijf. Hij ontving daarnaast ook een WW-uitkering.

In het kader van een bestandsvergelijking met de Belastingdienst werd verzoeker in 2008 door een inspecteur van het UWV uitgenodigd voor een gesprek om te praten over zijn werkzaamheden als zelfstandige. Het UWV had geconstateerd dat er verschil bestond tussen de uren die verzoeker had opgegeven aan de Belastingdienst (in het kader van de zelfstandige aftrek) en de uren die hij had opgegeven aan het UWV.

Verzoeker klaagt erover dat de betrokken inspecteur hem onder druk heeft gezet om te verklaren dat hij 300 uur extra heeft gewerkt.

In het kader van het onderzoek naar de klacht van verzoeker heeft er een hoorzitting plaatsgevonden waarbij zowel verzoeker als de inspecteur aanwezig was.

Verzoeker stelde tijdens de hoorzitting dat de inspecteur maar één doel voor ogen had en dat was hem te laten verklaren dat hij als zelfstandige 300 uur meer heeft gewerkt dan wat hij had opgegeven. De inspecteur zou onder meer tegen hem hebben gezegd ''Laten we geen problemen maken, we moeten aan die 300 uur komen''. Ook stelde verzoeker dat de inspecteur suggestieve vragen heeft gesteld over zijn werkzaamheden als zelfstandige.

De inspecteur weersprak het voorgaande. Hij kon zich niet herinneren en ook niet voorstellen dat hij verzoeker onder druk heeft gezet of suggestieve vragen heeft gesteld. De inspecteur gaf aan dat de focus van het gesprek lag op het verklaren van het verschil in uren en niet tot het komen tot een bepaald aantal uur.

De Nationale ombudsman overwoog dat het niet onredelijk was dat verzoeker gevraagd werd het verschil te verklaren nu er eenmaal een verschil was geconstateerd. Echter er kon niet vastgesteld worden dat de inspecteur verzoeker onder druk heeft gezet om aan die 300 uur te komen, aangezien het verhaal van verzoeker en de inspecteur niet met elkaar overeenkwamen. Er waren ook geen feiten en/of omstandigheden op grond waarvan aan de ene lezing meer betekenis zou moeten worden toegekend dan aan de andere.

De Nationale ombudsman onthield zich wat betreft de klacht van verzoeker van een oordeel.

Instantie: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Klacht:

door fraude-inspecteur onder druk gezet om te verklaren dat hij extra uren had gewerkt

Oordeel:

Geen oordeel