2011/085: IGZ besluit melding seksueel misbruik gehandicapte in zorginstelling niet nader te onderzoeken

Rapport

De dochter van verzoekers is visueel en licht verstandelijk gehandicapt en is vanwege reumatische klachten beperkt mobiel. Ruim twintig jaar woonde zij in een zorginstelling voor verstandelijk gehandicapten. In het jaar dat de dochter vervolgens thuis woonde, heeft zij aan haar ouders verteld dat zij rond het jaar 2000 seksueel was misbruikt door een medewerker van de zorginstelling. Verzoekers hebben vanaf juni 2008 driemaal schriftelijk melding gemaakt van hun vermoeden van seksueel misbruik aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en tweemaal aan de Raad van Bestuur (RvB) en de Raad van Toezicht van de zorginstelling. Daarop hebben zij nooit een reactie ontvangen.

Verzoekers klagen erover dat de IGZ geen aanleiding ziet om hun melding over het seksueel misbruik van hun dochter nader te onderzoeken. Zij klagen er met name over dat de IGZ bij het nemen van deze beslissing de aanwijzingen en vermoedens van verzoekers onvoldoende heeft laten meewegen.

De Nationale ombudsman stelt vast dat de IGZ te weinig aandacht heeft besteed aan de meldingen van verzoekers. Een melding over seksueel misbruik behoort de IGZ zeer serieus te nemen.

In december 2010 heeft de IGZ haar beslissing om geen nader onderzoek te doen naar de melding onvoldoende gemotiveerd. Niet duidelijk is op welke informatie de IGZ haar beslissing heeft gebaseerd, of zij de door verzoekers aangedragen aanwijzingen adequaat heeft onderzocht en hoe zij de informatie van beide partijen (verzoekers en zorginstelling) heeft gewogen. De beslissing van de IGZ om geen nader onderzoek in te stellen is daardoor niet te volgen. De IGZ heeft daarmee de melding over seksueel misbruik onvoldoende serieus genomen. Dat is in strijd met het vereiste dat het recht op onaantastbaarheid van het lichaam moet worden gerespecteerd.

De onderzochte gedraging is niet behoorlijk, wegens schending van het vereiste dat grondrechten moeten worden gerespecteerd, in dit geval het recht op onaantastbaarheid van het lichaam.

De Nationale ombudsman heeft er met instemming kennis van genomen dat de IGZ heeft verklaard de melding van verzoekers alsnog nader te onderzoeken.

Instantie: Inspectie voor de Gezondheidszorg

Klacht:

geen aanleiding gezien om verzoekers melding over seksueel misbruik van hun dochter nader te onderzoeken.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Inspectie voor de Gezondheidszorg

Klacht:

aanwijzingen en vermoedens van verzoekers onvoldoende laten meewegen in de beslissing

Oordeel:

Gegrond