Verzoeker diende bij brief van 24 augustus 2007 bij de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) een aanvraag in voor een voorziening in het kader van de Wet uitkering vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv). De aanvraag betrof een tegemoetkoming voor de aanschaf van een auto.
Verzoeker klaagde erover dat de PUR pas op 24 juli 2008 een beslissing had genomen op zijn aanvraag van 24 augustus 2007.
De Nationale ombudsman overwoog dat de PUR binnen uiterlijk zeventien weken een beslissing had moeten nemen op de door verzoeker op 24 augustus 2007 ingediende aanvraag. De PUR had na bijna 48 weken, op 24 juli 2008 een beslissing genomen. Hiermee was hoe dan ook sprake van een overschrijding van de geldende behandelingstermijn. Voor zover de PUR de overschrijding van de wettelijke termijn nuanceerde door aan te voeren dat de PUR in afwachting was van nadere stukken afkomstig van verzoeker en verzoekers huisarts merkte de Nationale ombudsman op dat niet was gebleken dat (namens) de PUR in de periode van 24 augustus 2007 tot 13 november 2007 in deze zaak enige actie was ondernomen. Ook was niet gebleken dat de PUR verzoeker en de huisarts had gerappelleerd om de voor de afhandeling van de aanvraag benodigde informatie te verstrekken. Daarmee had de PUR geen blijk gegeven van bewaking van de termijn.
De Nationale ombudsman concludeerde dat de PUR jegens verzoeker onvoldoende voortvarend had gehandeld door op 24 juli 2008 een beslissing te nemen op de aanvraag van verzoeker van 24 augustus 2007.
-Behandelingsduur bezwaarschrift
-Bezwaarschrift aangemerkt als verzoek om informatie