2009/175

Rapport

Verzoekster legde een declaratiegeschil dat zij had met een notaris voor aan de voorzitter van de ring Utrecht van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB). In eerste instantie verklaarde de ringvoorzitter de klacht niet ontvankelijk. Verzoekster diende tegen deze beslissing in december 2007 bezwaar in. De ringvoorzitter had in de tussentijd de zaak gemandateerd aan een oud-notaris. Op 1 mei 2008 is de ringvoorzitter afgetreden. Inmiddels was bepaald dat hij het bezwaarschrift zou behandelen (mandaat door de waarnemend ringvoorzitter). De ringvoorzitter nam op 12 december 2008 de beslissing op bezwaar.

Verzoeker klaagt erover dat de ringvoorzitter te laat heeft beslist op het bezwaarschrift. Voorts klaagt zij erover dat de ringvoorzitter zelf een beslissing op het bezwaar neemt, terwijl hijzelf ook het bestreden besluit heeft genomen.

De Nationale ombudsman overweegt dat de behandeling van het bezwaarschrift meer dan een jaar heeft geduurd en derhalve veel langer dan de wettelijke termijn van zes weken. Dit brengt met zich mee dat dat de ringvoorzitter in strijd met het beginsel van voortvarendheid heeft gehandeld. Om deze reden acht hij de onderzochte gedraging niet behoorlijk.

Pas na opening van het onderzoek is de Nationale ombudsman gebleken dat verzoekster tegen de beslissing op bezwaar beroep bij de rechtbank heeft aangetekend. In het beroepschrift legt verzoekster de rechtbank de vraag voor of de beslissing op bezwaar rechtsgeldig is, nu deze is ondertekend door de (gemandateerd) ringvoorzitter en herhaalt haar argumenten die ze bij de Nationale ombudsman naar voren heeft gebracht.

De Nationale ombudsman is ex artikel 9:22 sub c van de Awb niet bevoegd een onderzoek in te stellen, aangezien de beroepsprocedure bij de rechtbank aanhangig is. Hij mag niet op de stoel van de rechter gaan zitten.

Instantie: voorzitter van de ring Utrecht van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie

Klacht:

Tot het moment dat verzoeker zich tot de Nationale ombudsman wendde niet beslist op ingediende bezwaarschrift.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: voorzitter van de ring Utrecht van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie

Klacht:

Voornemens van ringvoorzitter om zelf beslissing op bezwaarschrift te nemen terwijl hij ook het bestreden besluit heeft genomen.

Oordeel:

Geen oordeel