2009/070

Rapport

Verzoeker wilde in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming voor de aanschaf van een auto. De Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) had dit verzoek afgewezen. De Centrale Raad van beroep achtte verzoekers beroep echter gegrond en droeg de PUR op een nieuw besluit te nemen. Drie maanden later had de PUR nog geen nieuw besluit genomen. Verzoeker informeerde bij de PUR naar de stand van zaken en gaf aan dat hij van februari tot mei naar Spanje zou gaan. Hij vroeg de PUR er rekening mee te houden dat hij in Spanje niet in staat zou zijn om het besluit opnieuw aan te vechten. De PUR zegde toe ernaar te streven dat het besluit voor zijn vertrek naar Spanje, op 29 januari 2008, zou worden verzonden. De PUR bleek echter die toezegging niet na te kunnen komen en stuurde het nieuwe besluit op 28 april 2008 naar verzoekers adres in Spanje. Verzoeker beklaagde zich erover dat de PUR de toezegging niet was nagekomen.

De PUR heeft aan de Nationale ombudsman aangegeven ernaar te streven binnen de wettelijke beslistermijn van dertien weken opnieuw te beslissen na een rechterlijke uitspraak. De PUR heeft dit niet gehaald. Evenmin kon de PUR een aan verzoeker gemelde streefdatum waarmaken. De klacht is gegrond.

Strijd met het vereiste van rechtszekerheid

Instantie: Pensioen- en Uitkeringsraad

Klacht:

Niet tijdig nieuwe beslissing op bezwaarschrift genomen, ondanks toezegging dat het besluit voor een bepaalde datum zou worden genomen.

Oordeel:

Gegrond