2006/117

Rapport

Verzoekster, een werkgever, diende bij de CWI een verzoek tot het verlenen van een ontslagvergunning wegens economische omstandigheden in voor twee werknemers.

Verzoekster klaagt erover dat de CWI haar de toestemming heeft onthouden om de arbeidsverhouding met twee van haar werknemers te beëindigen en dat de CWI een mogelijke overgang van onderneming - mede - ten grondslag heeft gelegd aan haar beslissing. Verzoekster is van mening dat de CWI hiertoe op grond van het Ontslagbesluit niet bevoegd is. Ook klaagt zij erover dat de CWI zich in reactie op verzoeksters klacht hierover heeft beroepen op - niet nader aangeduide - interne richtlijnen. Volgens verzoekster handelt de CWI hiermee in strijd met het motiveringsvereiste en het rechtszekerheidsbeginsel.

De Nationale ombudsman overwoog dat er bij de CWI terecht twijfel was over de vraag of er sprake was van een overgang van een deel van de onderneming. Zo had verzoekster in de ontslagaanvraag aangegeven dat lopende service- en onderhoud­staken zouden worden ondergebracht bij de firma E. Verzoekster weigerde de overeen­komst te overleggen die zij met de firma E. had gesloten. Bovendien zouden de betrok­ken werknemers, aldus verzoekster, in de gelegenheid worden gesteld om te solliciteren bij E. Verzoekster ontkende weliswaar dat er sprake was van een overgang, maar onderbouwde dit niet. Onder deze omstandigheden heeft de CWI terecht gesteld dat verzoekster ofwel aannemelijk diende te maken dat er geen sprake was van een over­gang dan wel dat de firma E. zich in de procedure diende te voegen. Nu dat niet geschiedde, kon de CWI in redelijkheid weigeren om een ontslagvergun­ning voor de betrokken werknemers te verstrekken. Verder overwoog de Nationale ombudsman dat de CWI in reactie op de klacht van verzoekster, zij het summier, had aangegeven hoe de richtlijnen luiden die zij hanteert bij een ontslagaanvraag waarbij sprake zou kunnen zijn van overgang van een onderneming. Hiermee heeft zij haar reactie op de klacht voldoende gemotiveerd. Dat de CWI niet eerder aan verzoekster had aangegeven of algemeen bekend had gemaakt welk beleid zij hanteert bij de overgang van een onderneming, houdt niet in dat verzoekster er daarom van mocht uitgaan dat de CWI op dit punt geen beleid hanteerde. Van strijd met het rechtszekerheidsbeginsel is geen sprake.

De Nationale ombudsman oordeelde dat de onderzochte gedragingen behoorlijk waren.

Instantie: Centrale organisatie werk en inkomen

Klacht:

Verzoekster toestemming onthouden de arbeidsverhouding met twee van haar werknemers te beëindigen; in reactie op verzoeksters klacht hierover zich beroepen op -niet nader genoemde- interne richtlijnen.

Oordeel:

Niet gegrond