2004/013

Rapport

Verzoekster klaagt erover dat het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost haar onheus heeft bejegend, door haar in een in december 2002 toegestuurde Kennisgeving Verkeersovertreding mee te delen dat de geconstateerde overtreding aan het korps is doorgegeven via de zogenaamde `Horkenlijn'.

Beoordeling

1. Verzoekster klaagt erover dat het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost haar onheus heeft bejegend, door haar in een in december 2002 toegestuurde Kennisgeving Verkeersovertreding mee te delen dat de geconstateerde overtreding aan het korps is doorgegeven via de zogenaamde `Horkenlijn'.

2. De beheerder van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost deelde in reactie op de klacht mee dat het project 'horkenlijn' beoogt de pakkans van het aantal grove verkeersovertreders te vergroten. Hij merkte daarbij op dat de benaming betrekking heeft op bepaald gedrag en niet op de persoon. De korpsbeheerder achtte de klacht dat het korps verzoekster onheus heeft bejegend derhalve ongegrond.

3. Uit oogpunt van professionaliteit mag van een bestuursorgaan zakelijk taalgebruik worden verwacht, ook wanneer het gaat om het geven van een naam aan een project. Dit brengt met zich dat woorden die in het dagelijks verkeer als scheldwoord zijn aan te merken in ieder geval niet behoren te worden gebruikt bij het geven van een naam aan een project. Van dergelijke woorden kan namelijk een onnodig grievende werking uitgaan.

4. In deze zaak staat vast dat het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost in oktober 2002 een project is gestart met als doel actiever het grove overtredinggedrag in het verkeer te bestraffen en het aantal verkeersovertredingen dat nooit gevolgd wordt door een sanctie voor de overtreder terug te dringen. Voor dat project koos het korps de naam `Horkenlijn', waarbij de term `hork' werd ingevuld als iemand die maatschappelijk onaanvaardbaar asociaal verkeersgedrag vertoont, iemand die opzettelijk een brutale en/of gevaarlijke verkeersovertreding begaat. Voorts staat vast dat het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost in december 2002 een Kennisgeving Verkeersovertreding naar verzoekster heeft gestuurd waarin is opgemerkt dat de geconstateerde overtreding aan het korps is doorgegeven via de zogenaamde `Horkenlijn'.

5. Alhoewel de betekenis van het woord `hork' op verschillende manieren kan worden opgevat, kan het woord gezien de beschrijving ervan volgens de Van Dale (zie Achtergrond) en ook overigens in het algemeen spraakgebruik als een scheldwoord worden aangemerkt. Het benamen van het door het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost in oktober 2002 gestarte project met `Horkenlijn' voldoet derhalve niet aan het vereiste van professionaliteit; dit geeft de Nationale ombudsman aanleiding om de korpsbeheerder op dit punt een aanbeveling te doen. Hoewel de Nationale ombudsman overweegt dat het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost met het doen van de mededeling dat de geconstateerde overtreding is doorgegeven via die `Horkenlijn' wellicht niet de intentie had om verzoekster uit te schelden is het invoelbaar dat verzoekster deze mededeling als grievend en stigmatiserend heeft ervaren.

De onderzochte gedraging is op dit punt niet behoorlijk.

Conclusie

De klacht over de onderzochte gedraging van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost, die wordt aangemerkt als een gedraging van de beheerder van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost (de burgemeester van Eindhoven) is gegrond.

Aanbeveling

De beheerder van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost wordt in overweging gegeven om het in oktober 2002 gestarte project een naam te geven met een zakelijke uitstraling.

Op 2 februari 2004 liet de korpsbeheerder de Nationale ombudsman weten dat er sinds april 2003 geen brieven meer werden verzonden waarin de benaming "Horkenlijn", oorspronkelijk slechts bedoeld als interne meldlijn en werkmethodiek, wordt gebruikt. De korpsbeheerder achtte een zakelijker naam daarom niet (meer) nodig. Na verdere correspondentie deelde de korpsbeheerder de Nationale ombudsman desgevraagd op 9 juli 2004 mee dat de themaverantwoordelijke verkeer en de communicatiemedewerker van het Verkeershandhavingsteam er binnen het korps voor zullen waken dat de benaming "Horkenlijn" enkel intern wordt gebezigd. De korpsbeheerder voegde er nog aan toe dat intern, en tussen de politieregio's met soortgelijke projecten onderling, steeds vaker de benaming "telefoonlijn voor asociaal of agressief rijgedrag" werd gebruikt. In antwoord hierop betuigde de Nationale ombudsman tegenover de korpsbeheerde op 16 juli 2004 zijn instemming met de genomen maatregelen en liet weten de zaak hiermee als afgehandeld te beschouwen. Wel gaf hij de korpsbeheerder in overweging intern een nog zakelijker benaming te hanteren, omdat ook de “telefoonlijn voor asociaal of agressief rijgedrag" gemakkelijk als kwetsend kan worden ervaren. Hij gaf daarbij als suggestie “telefoonlijn voor grove verkeersovertredingen".

Onderzoek

Op 18 maart 2003 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw B. te Waalre, met een klacht over een gedraging van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost. Naar deze gedraging, die wordt aangemerkt als een gedraging van de beheerder van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost (de burgemeester van Eindhoven), werd een onderzoek ingesteld.

In het kader van het onderzoek werd de korpsbeheerder verzocht op de klacht te reageren en een afschrift toe te sturen van de stukken die op de klacht betrekking hebben. Tijdens het onderzoek kregen de korpsbeheerder en verzoekster de gelegenheid op de door ieder van hen verstrekte inlichtingen te reageren.

Het resultaat van het onderzoek werd als verslag van bevindingen gestuurd aan betrokkenen.

De korpsbeheerder deelde mee zich met de inhoud van het verslag te kunnen verenigen.

Verzoekster gaf binnen de gestelde termijn geen reactie.

Bevindingen

De bevindingen van het onderzoek luiden als volgt:

A. feiten

1. De afdeling Tobias Centraal van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost stuurde in december 2002 een zogenoemde Kennisgeving Verkeersovertreding aan verzoekster en deelde daarin onder meer mee:

"De politie in de Regio Babant Zuid-Oost bindt de strijd aan tegen agressief en/of asociaal verkeersgedrag en verkeersgedrag dat agressief en asociaal verkeersgedrag uitlokt. Zij doet dit door de politiemensen, naast hun eigen politietaak, zowel in - als buiten diensttijd, te motiveren om normafwijkend verkeersgedrag te signaleren en dit door te geven aan een daartoe ingericht meldpunt, de zogenaamde 'Horkenlijn'.

In dit kader is geconstateerd, misschien zonder dat de betreffende politiefunctionaris daarbij is opgemerkt, dat met het voertuig voorzien van het kenteken XX-00-XX, een verkeersvoorschrift is overtreden. Dit kenteken staat volgens het kentekenregister op uw naam. Daarom wordt u een administratieve sanctie opgelegd. De gegevens van betreffende overtreding staan hieronder vermeld. Binnenkort ontvangt U van het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) een beschikking. Hieraan is een acceptgiro gehecht waarop het verschuldigde bedrag en betalingstermijn staan vermeld."

2. Verzoekster stuurde op 18 februari 2003 een brief naar de beheerder van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost en schreef daarin onder meer:

"Naar aanleiding van een schrijven van uw afdeling Tobias Centraal richt ik mij (…) direct aan u met een klacht betreffende de zogenaamde `Horkenlijn'. Zeer verbolgen ben ik namelijk over de handelwijze en de woordkeus van deze horkenlijn. Het gaat niet aan mij asociaal en agressief verkeersgedrag te verwijten en mij een hork te noemen (onbeschaafd, lomp mens vlg. van Dale)!"

B. Standpunt verzoekster

Het standpunt van verzoekster staat samengevat weergegeven onder Klacht.

In haar verzoekschrift aan de Nationale ombudsman van 11 maart 2003 merkte verzoekster nog op dat haar klaagbrief van 18 februari 2003 aan de beheerder van het regionale politiekorps is afgedaan tijdens een telefoongesprek met de uitspraak: `maar wij noemen u toch geen hork!'.

C. Standpunt beheerder van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost

1. De korpsbeheerder deelde bij brief van 15 juli 2003 in reactie op het standpunt van verzoekster onder meer mee:

"Ingaande op het aspect in de klachtformulering dat klaagster zich onheus bejegend voelt door het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost, door haar in een in december 2002 toegestuurde Kennisgeving Overtreding mede te delen dat de geconstateerde overtreding aan het korps is doorgegeven via de zogenaamde `Horkenlijn', waardoor klaagster zich persoonlijk aangesproken voelt, acht ik deze klacht ongegrond.

Binnen het korps wordt onder `hork' verstaan: iemand die maatschappelijk onaanvaardbaar asociaal verkeersgedrag vertoont, iemand die opzettelijk een brutale en/of gevaarlijke verkeersovertreding begaat. Deze benaming heeft betrekking op bepaald gedrag en niet op de persoon. Het project `horkenlijn' beoogt de pakkans van het aantal grove verkeersovertreders te vergroten. Door het instellen van een `horkenlijn' kan iedere opsporingsambtenaar (ook buiten diensttijd) die op het moment van constatering niet in staat is een mini-pv op te maken of om betrokkene persoonlijk staande te houden, relevante gegevens doorbellen, waarna een snelle geautomatiseerde verwerking plaatsvindt."

2. De korpsbeheerder stuurde bij zijn reactie nadere gegevens over de `horkenlijn' van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost. Het betrof informatie uit het intranet van het korps en hield onder meer in:

"PROJECT `HORKEN-LIJN'

(…)

HET DOEL

Actiever het grove overtredinggedrag in het verkeer bestraffen

Het aantal verkeersovertredingen dat nooit gevolgd wordt door een sanctie voor de overtreder, terugdringen

VISIE

Regelmatig worden politiemensen in of buiten diensttijd geconfronteerd met grove overtredingen in het verkeer. In een groot aantal van die gevallen kan of wordt er niet tegen opgetreden. De beste reactie tegen zo'n overtreder is, opvoedkundig gezien, nog altijd onmiddellijk staande houden en ter zake proces-verbaal aanzeggen.

In een aantal gevallen is deze repressieve maatregel echter niet mogelijk omdat het op dat moment te veel tijd kost voor onderbreking van overige prioriteit zaken, of eenmaal onmogelijk is.

In zo'n geval is het noodzakelijk, dat de benodigde gegevens met behulp van een telefoontje doorgegeven kunnen worden en op een later tijdstip kunnen worden verwerkt met als uiteindelijk doel een sanctie op de gepleegde overtreding voor de overtreder.

(…)

WIE MOGEN BELLEN

Iedere opsporingsambtenaar die belast is met opsporing van dat feit en niet beschikt over de mogelijkheid om zelfstandig een mini-pv op te maken en op dat moment niet de mogelijkheid heeft om de betrokkene staande te houden.

WAT IS EEN HORK

Een `HORK' is iemand die maatschappelijk onaanvaardbaar asociaal verkeersgedrag vertoont, iemand die opzettelijk een brutale en/of gevaarlijke verkeersovertreding begaat.

WELKE FEITEN KOMEN IN AANMERKING VOR DEZE AFHANDELINGSWIJZE

Alle Muldergedragingen met uitzondering van snelheidsovertredingen en kleven. Deze zijn voor afhandeling via deze procedure uitgezonderd aangezien voor de feiten bewijslast `vastgesteld' moet worden met alle risico's van dien.

(…)

Met ingang van 1 oktober 2002 zal met dit project gestart worden."

D. Reactie verzoekster

Verzoekster reageerde bij brief van 7 augustus 2003 op het standpunt van de korpsbeheerder. In die brief deelde zij onder meer mee:

"Natuurlijk ben ik overtuigd van de goede bedoelingen en noodzaak om verkeersovertredingen aan te pakken en te beboeten (…). Maar waarom snapt de politie nou niet dat de manier waarop men de mensen op hun fouten wijst absoluut niet correct is: het tegenargument 'deze benaming heeft betrekking op bepaald gedrag en niet op de persoon' wordt al bij de uitleg van het woord hork tegengesproken want de zin begint al met 'iemand', dus heeft het wel degelijk betrekking op de persoon.

Maatschappelijk onaanvaardbaar, asociaal verkeersgedrag (zie uitleg politie) betekent toch niet over een witte streep rijden, absoluut niemand in gevaar brengen. Dit in tegenstelling tot de vele verkeersdeelnemers die ik vaak tegenkom, die veel en veel te hard rijden, door rood rijden en daadwerkelijk anderen in gevaar brengen. (…)

Ten slotte, door het antwoord van de korpsbeheerder is mij niet duidelijk geworden dat de politie met dit initiatief goed bezig was en voel ik mij nog steeds onheus bejegend. Als u, geachte ombudsman, op de hoogte was van mijn manier van autorijden, dan was het u waarschijnlijk meteen duidelijk dat uitgerekend ik geen `hork in het verkeer' genoemd wens te worden."

Achtergrond

In de Van Dale, groot woordenboek der Nederlandse taal, twaalfde druk, wordt het woord `hork' beschreven als `stug, lomp, onbeleefd mens'.

Instantie: Regiopolitie Brabant Zuid-Oost

Klacht:

Onheus bejegend door verzoekster in een toegestuurde Kennisgeving Verkeersovertreding mee te delen dat de geconstateerde overtreding aan het korps is doorgegeven via de zogenaamde 'Horkenlijn'.

Oordeel:

Gegrond