1998/378

Rapport
Op 4 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer J. te Asten, met een klacht over een gedraging van de Dienst Wegverkeer te Zoetermeer. Naar deze gedraging werd een onderzoek ingesteld. Op grond van de door verzoeker verstrekte gegevens werd de klacht als volgt geformuleerd:Verzoeker klaagt erover dat de Dienst Wegverkeer (RDW) te Zoetermeer:1.       bij brief van 16 juli 1997 zijn schadeclaim van 12 maart 1997 heeft afgewezen; 2.       op 4 maart 1996 zonder meer is overgegaan tot overschrijving van het kentekenbewijs op zijn naam, zonder hem te informeren over het feit dat de auto geregistreerd stond als een voertuig dat niet of moeilijk hersteld zou kunnen worden; 3.       hem niet heeft ge nformeerd over de ongeldig verklaring van het kentekenbewijs per 2 oktober 1996.

Onderzoek

In het kader van het onderzoek werd de Dienst Wegverkeer verzocht op de klacht te reageren en een afschrift toe te sturen van de stukken die op de klacht betrekking hebben. Tevens werd de Dienst Wegverkeer een aantal specifieke vragen gesteld. Het resultaat van het onderzoek werd als verslag van bevindingen gestuurd aan betrokkenen. Noch verzoeker noch de Dienst Wegverkeer gaf binnen de gestelde termijn een reactie.

Bevindingen

De bevindingen van het onderzoek luiden als volgt:1. Feiten1.1. Een auto met kenteken LS-NG-46 was op 22 september 1995 betrokken bij een aanrijding. De auto werd door de desbetreffende verzekeringsmaatschappij total-loss verklaard. Hetgeen over was van de auto werd verkocht aan een autobedrijf. Dit autobedrijf verkocht de auto (met schade) door aan een ander autobedrijf, dat de auto (met schade) doorverkocht aan weer een ander autobedrijf. Op 17 november 1995 werd het kenteken LS-NG-46 overgeschreven op naam van de heer X op het adres (...)straat 44 te Dordrecht. Deel I van het kentekenbewijs LS-NG-46 is door de RDW afgegeven op 7 juli 1995.1.2. Op 9 februari 1996 deed de heer Y te Zwijndrecht bij de politie Zuid-Holland Zuid aangifte van diefstal van zijn auto met kenteken GL-TD-85. De auto was op 8 of 9 februari 1996 gestolen. Later die dag kwam bij de politie Zuid-Holland Zuid de melding binnen dat er in Zwijndrecht een auto in brand stond. Bij aankomst ter plaatse werd aan de politie door de brandweer een kentekenplaat met het opschrift GL-TD-85 overhandigd. Op 15 februari 1996 meldde een autohandel & autodemontagebedrijf aan de RDW dat het voertuig met kenteken GL-TD-85 was gesloopt.1.3. Verzoeker kocht op 3 maart 1996 op het adres (...)straat 44 te Dordrecht van twee heren een auto met kenteken LS-NG-46. De auto was in een advertentie in een krant van 2 maart 1996 te koop aangeboden. Verzoeker kreeg van de verkopers het kentekenbewijs deel I, II en een overschrijvingsbewijs van het kenteken LS-NG-46. De auto werd op 4 maart 1996 door n van de verkopers bij verzoeker voor de deur afgeleverd. Verzoeker betaalde de auto bij aflevering contant. Verzoeker liet nog diezelfde dag (4 maart 1996) het kentekenbewijs op zijn naam overschrijven.1.4. Verzoeker ontving met dagtekening 31 juli 1996 een brief van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost. In deze brief stond onder meer het volgende:"Omstreeks januari 1995 is het voertuig, personenauto (...), voorzien van het kenteken LS-SN-46, door de Rijksdienst voor het Wegverkeer technisch onderzocht voor het verkrijgen van een nieuw kentekenbewijs. Bij deze keuring bleek dat het voertuig geregistreerd was in een justitieel systeem, als zijnde een voertuig dat niet of moeilijk hersteld zou kunnen worden. Om er voor te zorgen dat het voertuig uit dit systeem wordt verwijderd, zodat u bij een controle niet onaangenaam wordt verrast, is het nodig dat wij het voertuig aan een onderzoek onderwerpen."1.5. Op 6 augustus 1996 voerde de regiopolitie Brabant Zuid-Oost het hiervoor bedoelde onderzoek uit. Uit dit onderzoek bleek dat er aan het chassisnummer van de auto die verzoeker op 3 maart 1996 had gekocht was geknoeid. Het oorspronkelijke chassisnummer van de auto - behorend bij kenteken GL-TD-85 - was gewijzigd in het chassisnummer behorend bij kenteken LS-NG-46. De politie nam het kentekenbewijs LS-NG-46 in en stuurde dit naar de RDW. Het kenteken LS-NG-46 werd op 2 oktober 1996 door de RDW ongeldig verklaard.1.6. Op 7 oktober 1996 liet de verzekeringsmaatschappij, aan wie de heer Y de eigendom van de auto met kenteken GL-TD-85 had overgedragen, conservatoir beslag tot afgifte leggen op de door verzoeker

gekochte auto. Verzoeker werd op 1 oktober 1996 door de verzekeringsmaatschappij in kort geding gedagvaard om de auto af te geven. Verzoeker stond de auto op 25 oktober 1996 aan de verzekeringsmaatschappij af.1.7. Verzoeker diende bij brief van 12 maart 1997 een schadeclaim in bij de Minister van Verkeer en Waterstaat. Hij gaf in deze brief onder meer het volgende aan:"Hierbij doen wij u stukken toekomen van een door mij, in goed vertrouwen, gekochte auto die achteraf gestolen bleek te zijn. Desondanks heeft de rijksdienst voor het wegverkeer hierop een kenteken verleend (...). Daarom is bij ons geen enkele twijfel ontstaan bij de koop van de auto. (...) Nadat ik de auto gekocht had heeft rijksdienst wegverkeer de politie gemeld dat deze in een justitieel systeem zat. Hoe is dit mogelijk? Waarom dan nog een kenteken uitgeven als dit al bekend was? (...) Daarom hopen wij dat u uw verantwoording neemt voor uw dienst en ons de geleden schade vergoed!"1.8. De Minister van Verkeer en Waterstaat liet bij brief van 24 april 1997 aan verzoeker weten dat zijn brief van 12 maart 1997 ter behandeling was doorgestuurd naar de RDW.1.9. Verzoeker liet bij brief van 3 mei 1997 onder meer het volgende aan de RDW weten:"door het onterecht verlenen van het kenteken is voor ons niet alleen schade ontstaan, maar hebben wij ook nog een auto gekocht die 2 jaar ouder blijkt dan wij gedacht hadden. De leeftijd dat de auto ouder was, was voor ons op geen enkele wijze af te leiden van door het RDW verleende kenteken. Daardoor zijn wij dubbel gedupeerd. (...) Daar onze schade, door gedwongen aankoop van een andere auto, inmiddels is gestegen tot fl. 19.850,=."1.10. De RDW reageerde bij brief van 16 juli 1997 onder meer als volgt op verzoekers brieven van 12 maart en 3 mei 1997:"U heeft op 4 maart 1996 het kenteken LS-NG-46 op uw naam gezet. U was zich daarbij niet bewust van het feit, dat het voertuig, dat aan u was geleverd niet het voertuig was, waarvoor dit kenteken oorspronkelijk was opgegeven. Bij een politieonderzoek, dat is uitgevoerd lang nadat u het betreffende voertuig gekocht had, namelijk in de maanden

augustus en september van 1996, is vastgesteld, dat u een gestolen en "omgekat" voertuig heeft gekocht. Het bleek namelijk, dat voor uw voertuig oorspronkelijk het kenteken GL-TD-85 was opgegeven. Vervolgens is er door rechthebbende op grond van het Burgerlijk Wetboek beslag op het voertuig gelegd. Uit uw brieven maak ik op, dat u ervan uitgaat, dat de RDW, terwijl hij op de hoogte was met malversaties aan het betreffende voertuig, willens en wetens een kenteken heeft afgegeven. Dat is echter geenszins het geval. Voor de RDW was er ten tijde van de tenaamstelling op uw naam namelijk geen enkel probleem bekend met het kenteken LS-NG-46. Bij een overschrijving op een andere naam vindt er namelijk (geen; N.o.) keuring van een voertuig plaats; dat zou een ander systeem betekenen met veel maatschappelijke consequenties. Toen dan uit politie-onderzoek was komen vast te staan, dat het voertuig waarbij het kenteken LS-NG-46 behoorde total loss was, is het kentekenbewijs ongeldig verklaard door de RDW. De brief van 31 juli 1996 van de Regiopolitie Brabant Zuid Oost vind ik onbegrijpelijk in relatie tot uw geval. Daarin is namelijk sprake van het feit, dat een voertuig met kentekennummer LS-SN-46 omstreeks januari 1995 door de RDW is voorzien van dit kenteken, terwijl bij de keuring zou zijn gebleken, dat het voertuig geregistreerd stond in een justitieel systeem. Uw voertuig was gekentekend LS-NG-46 en dit kenteken is pas voor het eerst op de weg gekomen op 7 juli 1995, dus een half jaar later. Het door de Regiopolitie genoemde kenteken is niet het kenteken zoals u dat op uw naam heeft gesteld, het is opgegeven voor een geheel ander type voertuig, en bovendien is er van dit kenteken in het register van de RDW niets bijzonders bekend. Het spijt mij u niet anders te kunnen mededelen, dan dat de RDW (en de Minister van Verkeer en Waterstaat) geen aansprakelijkheid kunnen aanvaarden voor de schade, die u heeft geleden."1.11. In reactie op de brief van de RDW van 16 juli 1997 schreef verzoeker op 17 juli 1997 onder meer het volgende aan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat:"het door mij gekochte voertuig was in omgekatte vorm bij het RDW ter keuring aangeboden. Daar blijkt dit toch niet gecontroleerd te zijn, mede daardoor zijn wij slachtoffer geworden. De politie heeft dit op zeer eenvoudige wijze geconstateerd.

(...) En het feit dat ik door de intrekking van genoemd kenteken niet tijdig ben ingelicht door het RDW (...). Daardoor heb ik onwetend en op onverantwoorde wijze een tijd lang met dit voertuig rond gereden."2. Standpunt van verzoekerHet standpunt van verzoeker is weergegeven in de klachtsamenvatting onder

Klacht

.3. Standpunt van de Dienst Wegverkeer3.1. De RDW liet in reactie op de klacht en een aantal vragen van de Nationale ombudsman onder meer het volgende weten:"1.      Het is inderdaad juist dat de RDW op het moment van tenaamstelling door verzoeker niet ervan op de hoogte was, dat de auto, waarvoor oorspronkelijk het kentekennummer LS-NG-46 was opgegeven, total-loss was. Op grond van artikel 60, eerste lid, aanhef en onderdeel b en het vierde lid (van de Wegenverkeerswet 1994; N.o.), had de politie het kentekenbewijs van het betreffende voertuig kunnen invorderen en was dan wettelijk verplicht geweest het naar de RDW te zenden. De politie heeft echter wel de bevoegdheid, maar niet de plicht om kentekendelen in te vorderen. Uit de stukken concludeer ik, dat de politie in het geheel niet betrokken is geweest bij - of op de hoogte is geweest van het total-loss raken van het voertuig. Wanneer de politie wel delen van het kentekenbewijs invordert en naar de RDW stuurt, dient de kentekenhouder voor deze delen een ontvangstbewijs te ontvangen. Tezamen met de resterende delen van het kentekenbewijs kan de tenaamstelling van het voertuig daarmee toch zonder enige belemmering worden gewijzigd. De nieuwe tenaamgestelde weet dan wel, dat er iets met het voertuig aan de hand is, omdat er in de plaats van het kentekenbewijs deel I een ontvangstbewijs bij is. Naar aanleiding van het ontvangen van de delen van het kentekenbewijs gaat de RDW over tot het "ongeldig verklaren voor het rijden over de weg". Sinds enige tijd kan de politie zelf on-line een melding doen aan de RDW, waarmee de signalering in het kentekenregister van ongeldigverklaring automatisch een feit wordt. De rol van de RDW is lijdelijk, in die zin, dat de RDW afhankelijk is van het binnenkomen van een melding van de politie.

Samenvattend: er kan niet worden gesteld, dat de RDW op de hoogte had moeten zijn met het feit, dat het voertuig met het kenteken LS-NG-46 total-loss was. (...) 3.       Na 7 juli 1995 heeft geen keuring plaatsgevonden van de auto, waarvoor het kenteken LS-NG-46 oorspronkelijk was opgegeven. Nadat was vastgesteld, dat voor het voertuig van klager niet LS-NG-46, maar GL-TD-85 als oorspronkelijk kenteken was opgegeven, is dit voertuig op 11 november 1996 wel ter keuring aangeboden en is het oorspronkelijke chassisnummer wederom ingeslagen. (...) Gelet op het voorgaande ben ik van mening dat aan de RDW geen verwijt is te maken en dat de klacht derhalve niet gegrond moet worden geacht."3.2. Naar aanleiding van een aantal nadere vragen van de Nationale ombudsman deelde de RDW het volgende mee:"1.      Het al dan niet informeren van de klant omtrent ongeldig verklaren van zijn/haar kentekenbewijs wordt in dit soort uitzonderlijke zaken steeds van geval tot geval beoordeeld. Achteraf bezien was het correct geweest om de klant in deze situatie wel te informeren. Helaas is dit nagelaten, waarvoor bij deze namens de betreffende afdeling excuses worden gemaakt. 2.       In antwoord op uw tweede vraag kan ik mededelen, dat op het voertuig waar het kentekennummer LS-NG-46 oorspronkelijk aan is toegekend, geen keuring heeft plaatsgevonden v r 7 juli 1995. Het voertuig is namelijk op die datum voor het eerst tenaamgesteld, zonder dat er een keuring aan te pas is gekomen. Dit is steeds het geval met voertuigen, die via de zogenaamde versnelde regeling worden toegelaten."4. Nadere informatieDe regiopolitie Brabant Zuid-Oost gaf naar aanleiding van een aantal vragen van de Nationale ombudsman over de brief van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost van 31 juli 1996 (zie hiervoor onder 1.4.) onder meer het volgende aan:"De vraag was of het kenteken LS-SN-46 in plaats van LS-NG-46, genoemd in de brief (...) op een typefout berust.

Dit is inderdaad het geval. (...) In het verleden werd er een systeem bijgehouden van zwaar beschadigde voertuigen. De Rijksdienst voor het Wegverkeer had geen toegang tot dat systeem. Tegenwoordig wordt dat systeem niet meer gebruikt. Deze zin wordt bij Permanente Auto Team, nog wel standaard gebruikt om personen met hun voertuig uit te nodigen aan het bureau voor een identiteitsonderzoek aan hun voertuig. (...) Volgens gegevens zou dit voertuig (met kenteken LS-NG-46; N.o.) door brand grotendeels zijn vernield. Verder hadden medewerkers van het "Bokta Team" papieren aangetroffen tijdens een huiszoeking waarop de naam van (verzoeker; N.o.) stond vermeld. Gelet op het onderzoek was het wenselijk zijn auto aan een identiteitsonderzoek te onderwerpen." De hiervoor bedoelde huiszoeking vond plaats op 23 mei 1996 en betrof onder meer de woning op het adres (...)straat 44 te Dordrecht. Telefonisch liet een medewerker van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost nog weten dat het hiervoor bedoelde systeem van zwaar beschadigde voertuigen al vanaf 1993/1994 niet meer door de regiopolitie Brabant Zuid-Oost wordt gebruikt.

Beoordeling

1. Ten aanzien van de afwijzing van verzoekers schadeclaim1.1. Verzoeker klaagt er in de eerste plaats over dat de Dienst Wegverkeer (RDW) te Zoetermeer bij brief van 16 juli 1997 zijn schadeclaim van 12 maart 1997 heeft afgewezen.1.2. Uit de onder

Bevindingen

onder 1.1. tot en met 1.3. opgenomen feiten blijkt dat de auto die verzoeker op 3 maart 1996 heeft gekocht was omgekat. Het oorspronkelijke chassisnummer van deze auto behoorde bij de auto met kenteken GL-TD-85 die op 8 of 9 februari 1996 van de heer Y was gestolen. Het omkatten van de door verzoeker gekochte auto heeft dus pas na 9 februari 1996 plaatsgevonden. Het op deze auto aangebrachte chassisnummer en het daarbij behorende kenteken LS-NG-46 behoorden bij een auto die in september 1995 total-loss was verklaard. Uit het vorenstaande volgt dat er op 7 juli 1995, de dag waarop de

RDW het kenteken LS-NG-46 heeft toegekend, nog geen enkel probleem was met de auto waaraan dit kenteken werd toegekend.1.3. De RDW deelde mee dat op 4 maart 1996, de dag waarop het kenteken LS-NG-46 op naam van verzoeker is gesteld, niet bij de RDW bekend was noch bekend had moeten zijn dat de auto waarvoor dit kenteken oorspronkelijk was afgegeven inmiddels total-loss was verklaard. De RDW gaf aan dat de auto waaraan het kenteken LS-NG-46 is toegekend nimmer door de RDW is gekeurd. Dat deze auto in januari 1995 door de RDW technisch zou zijn onderzocht voor het verkrijgen van een nieuw kentekenbewijs en dat bij deze keuring zou zijn gebleken dat dit voertuig was geregistreerd in een justitieel systeem als zijnde een voertuig dat niet of moeilijk hersteld zou kunnen worden, zoals staat in de brief van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost van 31 juli 1996, is niet aannemelijk. De regiopolitie Brabant Zuid-Oost deelde mee dat een exacte keuringsdatum bij de politie niet bekend is, dat het in de brief van 31 juli 1996 genoemde systeem al vanaf 1993/1994 niet meer door de regiopolitie Brabant Zuid-Oost wordt gebruikt en dat de RDW geen toegang had tot dit systeem. De regiopolitie Brabant Zuid-Oost gaf aan dat de desbetreffende zin in de brief van 31 juli 1996 standaard wordt gebruikt om personen uit te nodigen voor een identiteitsonderzoek van hun voertuig. Bovendien blijkt uit de reactie van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost dat de werkelijke aanleiding voor het identiteitsonderzoek van verzoekers auto was dat tijdens een huiszoeking op 23 mei 1996 (onder meer in de woning op het adres (...)straat 44 te Dordrecht) papieren waren aangetroffen waarop de naam van verzoeker stond. Verder is van belang dat uit de onder

Bevindingen

onder 1.1., 1.3. en 1.5. opge-nomen feiten blijkt dat het kentekenbewijs niet v r augustus 1996 door de politie is ingenomen. Gezien het vorenstaande is niet aannemelijk dat de RDW op 4 maart 1996 op de hoogte was dan wel had kunnen zijn van het feit dat de auto waarvoor het kenteken LS-NG-46 oorspronkelijk was afgegeven inmiddels total-loss was verklaard.1.4. Gezien hetgeen hiervoor onder 1.2. en 1.3. is aangegeven, moet worden geoordeeld dat de RDW in redelijkheid de schadeclaim van verzoeker heeft kunnen afwijzen. De onderzochte gedraging is op dit punt dan ook behoorlijk.2. Ten aanzien van de overschrijving van het kentekenbewijs op naam van verzoeker2.1. Verder klaagt verzoeker erover dat de RDW op 4 maart 1996 zonder meer is overgegaan tot overschrijving van het kentekenbewijs op zijn naam, zonder hem te informeren over het feit dat de auto geregistreerd stond als een voertuig dat niet of moeilijk hersteld zou kunnen worden.2.2. Zoals hiervoor onder 1.3. is aangegeven, is niet aannemelijk dat de auto waarvoor het kenteken LS-NG-46 oorspronkelijk was afgegeven in januari 1995 door de RDW technisch is onderzocht voor het verkrijgen van een nieuw kentekenbewijs en dat bij deze keuring is gebleken dat dit voertuig was geregistreerd in een justitieel systeem als zijnde een voertuig dat niet of moeilijk hersteld zou kunnen worden. Bovendien is, zoals hiervoor onder 1.3. is aangegeven, niet aannemelijk dat de RDW op 4 maart 1996 op de hoogte was dan wel had kunnen zijn van het feit dat de auto waarvoor het kenteken LS-NG-46 oorspronkelijk was afgegeven inmiddels total-loss was verklaard. Niet gesteld kan dan ook worden dat de RDW onjuist heeft gehandeld door het kentekenbewijs op 4 maart 1996 over te schrijven op verzoekers naam, zonder hem te informeren over het feit dat de auto waarvoor het kenteken LS-NG-46 oorspronkelijk was afgegeven inmiddels total-loss was verklaard. De onderzochte gedraging is ook op dit punt behoorlijk.3. Ten aanzien van het niet informeren van verzoeker over de ongeldig verklaring van het kentekenbewijs3.1. Ten slotte klaagt verzoeker erover dat de RDW hem niet heeft ge nformeerd over de ongeldig verklaring van het kentekenbewijs per 2 oktober 1996.3.2. De RDW deelde mee dat in dit soort uitzonderlijke zaken van geval tot geval wordt beoordeeld of een klant wordt ge nformeerd over het ongeldig verklaren van zijn kentekenbewijs. De RDW gaf aan dat het achteraf bezien correcter was geweest indien verzoeker wel was ge nformeerd over het ongeldig verklaren van zijn kentekenbewijs. De Nationale ombudsman deelt die zienswijze. De onderzochte gedraging is daarmee dan ook op dit punt niet behoorlijk.

Conclusie

De klacht over de onderzochte gedraging van de Dienst Wegverkeer te Zoetermeer is niet gegrond, behoudens ten aanzien van het niet informeren van verzoeker over het ongeldig verklaren van zijn kentekenbewijs; op dit punt is de klacht gegrond.

Instantie: Dienst Wegverkeer

Klacht:

Schadeclaim afgewezen; kentekenbewijs op verzoekers naam gezet zonder hem te erover informeren dat auto niet of moeilijk hersteld zou kunnen worden; niet geinformeerd over ongeldig verklaring kentekenbewijs half jaar eerder .

Oordeel:

Niet gegrond