Overheid kan meer doen om iédereen mee te nemen in overstap naar aardgasvrije woningen

Een warme transitie?

Onderzoek

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2050 zeven miljoen woningen en één miljoen gebouwen in Nederland aardgasvrij moeten zijn. Voor bewoners van bestaande woningen heeft dit grote gevolgen. Daarom onderzocht de Nationale ombudsman wat het Rijk en de gemeenten doen om alle burgers mee te nemen in de overstap naar aardgasvrije woningen.

De conclusie is dat de overheid meer kan doen om inwoners die moeilijk bereikbaar zijn of extra aandacht vragen, goed te informeren over de warmtetransitie. Ook kunnen ze meer moeite doen om deze groepen inwoners deel te laten nemen aan participatietrajecten. Hun belangen en wensen moeten in beeld zijn, want de warmtetransitie raakt iedereen.

Niet alle burgers kunnen als vanzelf meedoen aan de warmtetransitie. Voor laaggeletterden is de informatie over de warmtetransitie vaak te ingewikkeld. Voor burgers, en zeker voor wie moeilijk rond kan komen, is het belangrijk dat de warmtetransitie betaalbaar is. Maar veel mensen hebben moeite met het aanvragen van subsidies en regelingen.

Daarom moet de overheid oog hebben voor de (on)mogelijkheden van burgers. Gemeenten kunnen meer doen om zoveel mogelijk inwoners te bereiken met begrijpelijke communicatie en met participatie die aansluit bij wat inwoners kunnen en willen.

Het Rijk kan het aanvragen van subsidies en regelingen voor burgers toegankelijker maken. Ook kan het Rijk de gemeenten meer duidelijkheid geven over wanneer de warmtetransitie voor burgers betaalbaar is. Het Rijk geeft nu geen richtlijnen aan gemeenten voor de hoogte van de eigen bijdrage die woningeigenaren moeten betalen. Iedere gemeente bepaalt dat zelf waardoor tussen gemeenten verschillen kunnen ontstaan.