Een man was het niet eens met een door het UWV opgelegd contactverbod. Hij vond het verbod onzorgvuldig, buitenproportioneel en onrechtmatig. Hij diende daarover een klacht in bij de Nationale ombudsman.
De Nationale ombudsman doet onderzoek naar de klacht. Hij stelt vast dat het UWV aan meneer een tijdelijk contactverbod oplegde. Het UWV deed dit in verband met het aantal contactmomenten met het UWV. Een instantie kan een contactverbod opleggen als een burger onevenredig veel tijd van een instantie in beslag neemt.
Het UWV heeft volgens de ombudsman voldoende duidelijk aan meneer uitgelegd waarom het contactverbod is opgelegd en hoelang het contactverbod duurt. Hij kan ook begrijpen dat het UWV voor een contactverbod heeft gekozen. De man stuurt veel berichten naar het UWV. Ook na een gesprek hierover blijft de man berichten sturen.
De Nationale ombudsman vindt het belangrijk dat de burger nog wel een mogelijkheid heeft om contact op te nemen als dat nodig is. In dit geval mag meneer nog wel schriftelijk contact opnemen met het UWV.
De Nationale ombudsman vindt de klacht van meneer daarom ongegrond.