Met de voorjaarsnota 2025 zijn er vanaf 2029 geen structurele middelen meer beschikbaar voor de uitvoering van twee belangrijke maatregelen die eerder waren aangekondigd en die rechtstreeks voortkomen uit het regeerprogramma:
- De invoering van de kosteloze betalingsherinnering bij boetes op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) en strafrechtelijke geldelijke sancties (beoogde invoering per 1 juli 2026).
- Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) de bevoegdheid geven om de verhogingen bij het overschrijden van de betalingstermijn van Wahv-boetes in uitzonderlijke gevallen kwijt te kunnen schelden (beoogde invoering per juni 2025).
Het is nog onduidelijk wat de gevolgen zijn van het ontbreken van structurele middelen vanaf 2029.
De Nationale ombudsman heeft in een brief aan de demissionair staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zijn zorgen geuit dat de invoering van deze twee belangrijke maatregelen nu op losse schroeven lijken te staan. Hij deelt de stelling van het kabinet dat met deze maatregelen een bijdrage wordt geleverd aan het voorkomen van kostenoploop, zodat zo veel mogelijk wordt voorkomen dat mensen (verder) in de problemen komen.
De Nationale ombudsman heeft al vaker benadrukt dat de overheid zich bij het innen van schulden en boetes moet inspannen om verdere schulden te voorkomen en redelijk moet handelen door maatwerk te leveren waar dat nodig is.
Het CJIB zelf heeft nadrukkelijk de ruimte gevraagd om recht te kunnen doen aan de menselijke maat en in evident onredelijke of hardvochtige situaties passend te kunnen handelen. De Nationale ombudsman vraagt de demissionair staatssecretaris om het CJIB deze ruimte te geven en verzoekt om hem te informeren of voorgenoemde maatregelen doorgang kunnen vinden.
Een kopie van de brief stuurde de Nationale ombudsman aan de demissionair staatssecretaris Participatie en Integratie.