Huurcommissie wijst terecht verzoek om schadevergoeding af

Brief

Een vrouw verhuurt een woning. De huurders van deze woning zijn niet tevreden over het onderhoud. Ze starten daarom een procedure bij de Huurcommissie. Ze willen namelijk een huurverlaging.

Aan het begin van de procedure ontvangt de vrouw een brief van de Huurcommissie. Daar staat onder andere in dat zij nog vóór de hoorzitting mag reageren op een onderzoeksrapport.

Dan ontvangt de vrouw opeens een zogenaamde voorzittersuitspraak van de Huurcommissie. Ze wordt in het ongelijk gesteld. De vrouw is hier erg verbaasd over. Er zou toch nog een zitting komen? Bovendien had ze uit telefoongesprekken met de Huurcommissie begrepen dat ze tijdens de zitting nog extra stukken kon indienen. Dat had ze daarom nog niet gedaan.

De vrouw vindt dat ze onterecht én onnodig in het ongelijk is gesteld. De Huurcommissie is in haar uitspraak voorbij gegaan aan belangrijke informatie. Als het tot een zitting was gekomen en de vrouw extra stukken had kunnen indienen, was dit volgens de vrouw niet gebeurd.

De vrouw start een procedure bij de kantonrechter om de uitspraak van de Huurcommissie ongedaan te maken. Van de kantonrechter krijgt ze wel gelijk. Ze wil nu een schadevergoeding van de Huurcommissie. Ze vindt dat ze door fouten van de Huurcommissie onnodig naar de rechter heeft moeten gaan. Ze heeft onder andere advocaatkosten gemaakt. De Huurcommissie wijst deze schadevergoeding af.

De Nationale ombudsman vindt de afweging van de Huurcommissie om het verzoek om een schadevergoeding af te wijzen redelijk. De vrouw had ook gratis een verzetsprocedure kunnen starten bij de Huurcommissie zelf. Ze heeft er zelf voor gekozen om in plaats daarvan de kosten te maken die bij een gerechtelijke procedure horen.

Daarnaast vindt de ombudsman dat de Huurcommissie de vrouw voldoende heeft geïnformeerd over het indienen van stukken. Ze heeft twee brieven gekregen met het verzoek om stukken in te dienen, samen met een uitleg hoe dat te doen. Over de telefoongesprekken kan de ombudsman geen uitspraak doen. Het is niet mogelijk vast te stellen wat er tijdens de telefoongesprekken is verteld.

Wel vindt de ombudsman dat de Huurcommissie de vrouw beter had kunnen informeren over het ontbreken van een hoorzitting. De Huurcommissie is tijdens de procedure namelijk veranderd van werkwijze. Ze is gebruik gaan maken van haar wettelijke mogelijkheid om voorzittersuitspraken te doen. Hierbij wordt in bepaalde gevallen afgezien van het houden van een hoorzitting. Het gebruik maken van de voorzittersuitspraak vindt de ombudsman op zich begrijpelijk. Dat had wel beter uitgelegd moeten worden aan de vrouw. Doordat dat niet is gebeurd, kwam de schriftelijke voorzittersuitspraak voor de vrouw als een verrassing.