Beslissing gemeente om te handhaven op fout parkeren is niet onredelijk

Brief

Een man parkeert zijn auto vanwege een medisch ongemak direct voor de deur. In zijn wijk is het alleen niet toegestaan om buiten de parkeervakken te parkeren. Na meldingen van omwonenden besluit de gemeente de man parkeerboetes te geven. De man is het hier niet mee eens. Volgens hem geldt er in zijn wijk een gedoogbeleid op fout parkeren. Hij vindt het niet eerlijk dat er in zijn straat, in tegenstelling tot andere straten in zijn wijk, wél wordt gehandhaafd. Bovendien zijn de meldingen niet eerlijk gemaakt. Deze zouden een wraakactie zijn van buren waar hij een moeizame relatie mee heeft. De gemeente heeft dat onvoldoende onderzocht, vindt hij. Hij dient een klacht in bij de gemeente. Wanneer daar niet op wordt gereageerd, dient hij dezelfde klacht in bij de Nationale ombudsman.

De Nationale ombudsman heeft contact opgenomen met de gemeente. En vraagt waarom zij niet heeft gereageerd op de klacht van de man. De gemeente antwoordt dat ze de man al eerder een afrondende brief heeft gestuurd. Hierin legt ze ook uit dat ze niet meer reageren op nieuwe berichten over het nieuwe onderwerp. De gemeente legt ook uit dat ze uit behulpzaamheid voor de deur een verharding heeft aangelegd waar de man kort op mag parkeren. Door toch langdurig op de verharding te parkeren veroorzaakt de man overlast in zijn straat. Omdat de gemeente meldingen heeft ontvangen, is ze overgegaan tot handhaving. Als andere bewoners foutparkeren, worden zij ook beboet.

De Nationale ombudsman wijst erop dat hij niet oordeelt over de rechtmatigheid van (parkeer)boetes. Daartegen kunnen burgers in bezwaar en beroep. Wel oordeelt hij over de belangenafweging die de gemeente heeft gemaakt door de man niet voor de deur te laten parkeren. De Nationale ombudsman vindt dat de gemeente duidelijk uitlegt dat parkeren buiten de parkeervakken niet toegestaan is. Hij vindt ook dat de gemeente een goede reden heeft dat het algemeen belang van handhaving op verkeersovertredingen zwaarder weegt dan het belang van de man om voor de deur te parkeren. De stelling van de man dat de meldingen niet eerlijk zijn gemaakt, verandert niets aan het feit dat handhavers zelf overtredingen hebben geconstateerd na het ontvangen van deze meldingen.

Daarnaast oordeelt de Nationale ombudsman dat er geen sprake is van ongelijke behandeling. Iedereen die fout parkeert ontvangt namelijk boetes, niet alleen de man.

De Nationale ombudsman geeft de gemeente ook een leerpunt mee. Ze had de man duidelijker kunnen maken dat zij een formele klachtenprocedure had ingesteld en met de afrondende brief had voltooid. Dan had de man zich de moeite kunnen besparen om een klacht in te dienen bij de gemeente.