2021/042 Buitengebruikstelling van een voertuig van een derde

Rapport

Iemand leent zijn auto uit aan een ander. Wanneer die ander openstaande verkeersboetes heeft, kan de politie de auto in beslag nemen.

Het 'buiten gebruik stellen' van een voertuig van een derde is een bijzondere en verregaande maatregel. Iemand betaalt zijn boetes niet en een ander (de 'derde') heeft last van de (grote) gevolgen. Deze regeling is bedoeld om te voorkomen dat iemand die zijn boetes niet betaalt, maatregelen kan 'ontduiken' door zijn voertuig op naam van een ander te zetten of tijdelijk het voertuig van een ander te gebruiken.

In het rapport beschrijft de Nationale ombudsman drie klachten die in 2018 en 2019 bij hem zijn ingediend. De ombudsman legt uit welke criteria volgens hem een rol zouden moeten spelen bij rechtmatige en behoorlijke toepassing van buitengebruikstelling van een voertuig van een derde.

Zo vindt de ombudsman het belangrijk om vast te stellen of er een redelijk vermoeden is van ontduiking. En moet worden nagegaan of dit dwangmiddel wel 'evenredig' is. Om dat te kunnen bepalen moet de rol van 'de derde' de doorslag geven. Is hij op de hoogte van de boete en werkt hij bewust mee aan een ontduiking, of weet hij van niets? Wat is het nadeel voor de derde: hoe hoog is de boete (welk bedrag moet hij 'voorschieten' om zijn voertuig terug te krijgen) en hoe belangrijk is het voertuig voor de derde?

De ombudsman meent dat -voor zover mogelijk- al vóór toepassing van het middel moet worden nagedacht over de rechtmatigheid en behoorlijkheid daarvan. Dat is een taak voor de politie, die de maatregel uitvoert. Verder moet het eenvoudig zijn om een eenmaal uitgevoerde 'buitengebruikstelling' snel te laten toetsen en -zo nodig- terug te laten draaien. Dat is een taak voor het CJIB als opdrachtgever.

De ombudsman ziet dat zowel politie als CJIB werken aan een rechtmatige en behoorlijke praktijk bij de toepassing van dit dwangmiddel. Dat werd ook duidelijk bij een rondetafelgesprek in december 2020 waar deze partijen en het ministerie van Justitie en Veiligheid aan deelnamen. De ombudsman heeft er vertrouwen in dat alle betrokken instanties voorkomen dat derden onevenredig worden getroffen. De ombudsman blijft dit volgen en gaat ook in de toekomst graag het gesprek aan.