2020/018 Een onderzoek naar de handelwijze van BOA's van de gemeente Breda en naar de wijze van klachtbehandeling door de gemeente Breda

Rapport

Verzoeker klaagt erover dat de buitengewone opsporingsambtenaren (boa's) van de gemeente Breda hem zonder noodzaak bij zijn aanhouding de handboeien hebben omgelegd.
Verzoeker klaagt er tevens over dat de gemeente Breda bij de behandeling van zijn klacht:

  • niet de beelden van de bodycam van de boa's met hem heeft gedeeld;
  • de inhoud van de verklaringen van de door hem aangedragen getuigen anders heeft geïnterpreteerd, dan dat zij hebben verklaard.

De situatie

De twee boa's spraken verzoeker op 27 april 2019 twee keer aan in verband met het volgens hen niet aanlijnen van zijn hond. Toen de boa's verzoeker de tweede keer aanspraken, escaleerde de situatie. Verzoeker kreeg een proces-verbaal wegens straatintimidatie en werd aangehouden wegens het niet tonen van een identiteitsbewijs. Verzoeker diende over de gang van zaken een klacht in bij de gemeente Breda maar was niet tevreden met de klachtafhandeling. Hij vroeg de Commissie Ombudsman zijn klacht te onderzoeken.

De Commissie ombudsman is bevoegd klachten te behandelen over de gemeente Breda. In verband met verzoekers klachten over de boa’s, nam de Commissie contact op met de Nationale Ombudsman. De Nationale Ombudsman is bevoegd om klachten over de inzet van politiële bevoegdheden van boa's te behandelen. De Nationale Ombudsman en de Commissie Ombudsman deden daarom samen het onderzoek.

Ons oordeel

De Nationale ombudsman acht de klacht over het gebruik van handboeien gegrond. Zowel uit de bodycambeelden, de verklaring van de betreffende boa als de reactie van de gemeente Breda, blijkt dat er onvoldoende feiten en omstandigheden waren op grond waarvan er sprake was van mogelijk vluchtgevaar en/of gevaar voor de veiligheid van verzoeker of van één dan wel beiden betrokken boa's. De boa's hebben met het boeien van verzoeker het recht op lichamelijke integriteit dan ook niet voldoende gerespecteerd.

De Commissie Ombudsman acht de klacht over het niet delen van de bodycambeelden ongegrond.
Het Protocol Bodycams van de gemeente beschrijft het doel en de inzet van de bodycam. Het terug kunnen kijken van de beelden is bedoeld voor reflectie ten behoeve van leerdoeleinden voor de boa’s, onder meer bij de behandeling van klachten over het optreden van de boa, waar in het gesprek met de klager bekeken kan worden wat er is gebeurd. Verzoeker is door de gemeente in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord op het stadskantoor, waarbij tevens de beelden door hem konden worden ingezien. Dat verzoeker die gelegenheid heeft geweigerd mede omdat hij de beelden niet wilde inzien maar ontvangen, maakt dit niet anders. 

De Commissie Ombudsman acht de klacht over de interpretatie van de getuigenverklaringen in de klachtafhandeling door de gemeente gegrond. De leidinggevende die de klachtafhandeling vorm heeft gegeven, heeft wegens tijdgebrek enkel een summier verslag van het telefoongesprek met de getuigen gemaakt. Voor een derde die de door de gemeente opgemaakte telefoonnotities leest, is het niet te begrijpen wat precies verklaard is door de getuigen. Een verslag moet zelfstandig te lezen kunnen zijn, wat nu niet het geval is.

De Commissie ombudsman en de Nationale ombudsman doen de gemeente Breda de volgende aanbeveling:

  • vraag aan de hand van deze casus bij de boa's en hun leidinggevenden aandacht voor de situaties waarin het gebruik van handboeien behoorlijk is;
  • geef verslaglegging in klachtbehandeling op een juiste wijze vorm en leg de verklaring ter akkoord voor aan de betrokkene.