2013/208: Man vindt melding over zijn functioneren op werk onvoldoende gemotiveerd

Rapport

Verzoeker werkte bij de sociale dienst van de gemeente. Een andere medewerker van de gemeente had twee keer een bericht gestuurd naar verzoekers leidinggevende, met de inhoud dat verzoekers gedrag een verhoogd risico voor agressie vanuit het publiek met zich meebrengt.

Verzoeker vond dat onzorgvuldig en onvoldoende gefundeerd. Ook vond hij het niet correct dat het buiten zijn medeweten gebeurde. Verzoeker diende daarover een klacht in bij de gemeente. De gemeente achtte de klacht niet gegrond. De medewerker die de signalen aan verzoekers leidinggevende had afgegeven, had een functie in het gemeentelijk beleid inzake agressiebeheersing. De manier waarop hij gehandeld had paste bij het doel en de context van die functie. De gemeente benadrukte dat de bemoeienis van de medewerker geen taak had in rechtspositionele trajecten. Dat er onrust was ontstaan was volgens de gemeente te wijten aan onduidelijkheid over de context waarin de signalen werden afgegeven.

Verzoeker wendde zich tot de Nationale ombudsman. De Nationale ombudsman achtte het niet correct dat de medewerker, die de signalen aan de leidinggevende had afgegeven, geen wederhoor had toegepast, of verzoeker niet op zijn minst op de hoogte had gebracht van de gang van zaken. De gemeente had het doel en de context van de werkzaamheden van de medewerker niet vooraf vastgesteld en bekend gemaakt. De gemeente had onvoldoende informatie gegeven over de gang van zaken rond de signalen inzake veiligheidsrisico's. Het was verzoeker niet duidelijk wat het doel was van de signalen of wat hem stond te wachten. De Nationale ombudsman oordeelde dat de gemeente daarmee in strijd had gehandeld van het beginsel van transparantie en achtte de klacht gegrond. De Nationale ombudsman deed de gemeente de aanbeveling om met verzoeker in gesprek te gaan over een passende compensatie voor de gevolgen van de gevolgde procedure.

In de klachtenprocedure bracht de gemeente onder meer nog he volgende naar voren. Volgens de gemeente was het niet gewenst dat medewerkers van overheidsinstanties, die binnen die overheidsinstantie een adviserende rol hadden, onder het klachtrecht vielen. De Nationale ombudsman deelt het standpunt van de gemeente niet. De Algemene wet bestuursrecht geeft geen steun aan de stelling dat ambtenaren met adviserende taken niet onder het klachtrecht zouden vallen.

Instantie: Gemeente Heerlen

Klacht:

geen hoor en wederhoor toegepast door medewerker opleidingen en sociale veiligheid

Oordeel:

Gegrond