Vakantie in Nederland

Op deze pagina

    Column

    De 10-jarige Poolse Daniel* woont tijdelijk bij zijn tante in Polen omdat zijn moeder in Nederland werkt. Daniel is sinds vijf dagen op vakantie bij zijn moeder in Nederland. Een goede vriendin is op dat moment ook samen met haar zoon in Nederland. Omdat Daniels moeder op een vrijdag moet werken, past de vriendin op beide jongens, die zo samen vakantie kunnen vieren.

    Als de bel gaat, opent Daniel de deur. Er staan twee politieagenten voor de deur. Een buurman heeft de politie gebeld om te zeggen dat in het huis twee Poolse broertjes wonen die vaak alleen thuis worden achtergelaten. Daniel snapt niets van wat de politie zegt, hij verstaat geen Nederlands. En de politieagenten spreken geen Pools. De agenten maken uit de gebarentaal op dat de jongetjes alleen thuis zijn. De politie vertrekt en meldt deze zogenaamde zorgelijke situatie bij het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK) van Bureau Jeugdzorg. Het AMK belt met de Raad voor de Kinderbescherming die de kinderrechter vraagt om een voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging voor uithuisplaatsing. De kinderrechter zegt ja. Nog diezelfde middag komt de politie terug met twee medewerkers van Bureau Jeugdzorg. De moeder opent de deur. De medewerker van Bureau Jeugdzorg twijfelt, is hier echt sprake van een acute en levensbedreigende situatie waarvoor het nodig is de kinderen mee te nemen? Maar na overleg met de afdelingsmanager besluit ze de twee jongens toch mee te nemen.

    Diezelfde avond nog geven de moeders bij de politie aan dat de jongens geen broertjes van elkaar zijn en voor korte tijd op vakantie in Nederland zijn. Beide vrouwen weten het hele weekend echter niet wat er met de kinderen gebeurt en wanneer ze hen weer te zien krijgen. Pas maandagochtend kunnen ze contact opnemen met de Poolse consul. Die zorgt ervoor dat de kinderen de dag erna weer naar hun moeders terugkeren.

    De consul vraagt mij om onderzoek. Ik vind het onbegrijpelijk dat geen van deze instanties de verantwoordelijkheid heeft genomen om goed uit te zoeken wie Daniel en zijn vriendje waren en hoe hun situatie was. Deze organisaties beschermen de veiligheid van kinderen. Steeds moeten ze onderzoeken of er sprake is van een acute en levensbedreigende situatie die een uithuisplaatsing nodig maakt. In dit geval zagen de kinderen er goed verzorgd uit en er was bij de daadwerkelijke uithuisplaatsing in ieder geval een ouder aanwezig. De taal vormde blijkbaar een probleem. Ik vind dat in dit geval de professionaliteit van de politie en het Bureau Jeugdzorg te kort is geschoten.

    Ik heb met de politie, het Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming gesproken. Alle drie erkennen ze hun ernstige inschattingsfouten. De Raad voor de Kinderbescherming biedt de moeders excuses aan en wat geld om het ervaren leed te verzachten. De politie belooft intern aan dit geval aandacht te besteden en lessen te trekken. En het Bureau Jeugdzorg belooft voortaan extra zorgvuldig te zijn. Eerst nadenken bij ingrijpende maatregelen is steeds noodzakelijk.


    * Om privacyredenen is de naam veranderd