2014/148 Belastingdienst wijst verzoek premieaftrek lijfrente terecht af

Rapport

Verzoekster heeft een lijfrenteverzekering afgekocht. Bij de afkoop van een lijfrenteverzekering kan de belastingplichtige de Belastingdienst verzoeken (alsnog) rekening te houden met eerder niet afgetrokken lijfrentepremies. Het is daarbij aan de belastingplichtige om aannemelijk te maken dat daadwerkelijk is verzuimd de aftrek te claimen. Voor de in de jaren 1999 t/m 2011 betaalde premies is dit bewijs geleverd. Over de jaren 1997 en 1998 zijn geen gegevens (meer) beschikbaar. De staatssecretaris is van mening dat verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat (ook) de in deze jaren betaalde premies niet zijn afgetrokken. De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen, omdat verzoekster "in het geheel geen informatie" heeft gegeven over 1997 en 1998. De staatssecretaris heeft hierbij overwogen dat aannemelijk maken meer moet zijn dan enkel een veronderstelling.

Verzoekster vindt dit oordeel niet redelijk, omdat het bewijs voor de overige jaren wel is geleverd. Verzoekster vindt het (daarom) voor de hand liggen dat ook in de twee daaraan voorafgaande jaren geen aftrek heeft plaatsgevonden.

De Nationale ombudsman heeft het oordeel van de staatssecretaris getoetst aan het vereiste van een goede motivering. De Nationale ombudsman is van oordeel dat de staatssecretaris zijn besluit om de hardheidsclausule niet (alsnog) toe te passen toereikend heeft gemotiveerd. Hij acht de klacht daarom niet gegrond.

Instantie: Staatssecretaris van Financiën

Klacht:

geweigerd de hardheidsclausule toe te passen, waardoor verzoeksters afgekochte lijfrenteverzekering onevenredig zwaar werd belast

Oordeel:

Niet gegrond