Klacht tegen gemeente Venlo terecht

Rapport

Een vrouw heeft een inwonende meerderjarige zoon. Zijn meerderjarige vriendin woonde ook bij haar in maar stond niet ingeschreven op het adres. De zoon en zijn vriendin ontvangen beiden een bijstandsuitkering van de gemeente Venlo. De woonsituatie werd niet gemeld bij de gemeente.

De vriendin van de zoon werd 21. Hierdoor kreeg ze recht op een hogere uitkering. Om problemen met de uitkering te voorkomen schreef de vriendin zich in op het adres van de vrouw. De vrouw sloot een huurovereenkomst met haar af en meende dat dit was toegestaan. Zij wilde haar zoon en zijn vriendin, die beiden psychische problemen hebben, helpen. Zo konden ze kijken hoe het samenwonen ging en leren met verantwoordelijkheden om te gaan. Met de gewijzigde situatie besloot de gemeente onderzoek te doen naar het recht op uitkering van de vriendin. De vrouw schreef een brief naar de gemeente waarin ze de gehele situatie uitlegde en aan de gemeente vroeg contact met haar op te nemen als er iets niet duidelijk was. De gemeente ging niet in op het verzoek van de vrouw maar deed aangifte tegen de vrouw voor poging tot oplichting/valsheid in geschrifte.

De ombudsman vindt dat de gemeente ten onrechte niet eerst in gesprek is gegaan met de vrouw en direct aangifte heeft gedaan. Uit het onderzoek blijkt dat het niet de bedoeling van de vrouw geweest is om de gekozen situatie geheim te houden. De ombudsman begreep wel dat de gemeente twijfels had. Maar met het niet eerst in gesprek gaan is sprake van een gemiste kans bij de gemeente. Met een gesprek had de vrouw uitleg kunnen geven en was het mogelijk tot een andere beslissing of oplossing gekomen. Uit de manier waarop de gemeente met de zaak omging blijkt wantrouwen. Ook had de gemeente geen oog voor de bijzondere situatie van dit geval.

De ombudsman vindt de klacht gegrond.