Man verwijt RDW geen gevolgen te willen dragen voor fout van medewerker postagentschap

Rapport

Een man heeft bij een postagentschap kenteken X willen schorsen, zodat hij voor dat kenteken niet aan de voertuigverplichtingen (zoals een WA-verzekering) behoefde te voldoen. Hij stelt hiertoe de benodigde kentekenpapieren te hebben overhandigd aan de medewerker van het postagentschap.
Toen hij een tijd later een boete voor dit kenteken ontving, omdat hij niet aan de verzekeringsplicht had voldaan, bleek hem dat het kenteken niet was geschorst. Hij diende bij de RDW een klacht in over de fout van het postagentschap.

De RDW onderzocht de kwestie en kwam tot de conclusie dat er op de bewuste dag wel een schorsing was geregeld, maar voor kenteken Y dat ook op meneer zijn naam stond. Aangezien meerdere onderzoeken van het systeem geen fouten hadden laten zien en het systeem zodanig werkt dat het postagentschap een schorsing alleen kan regelen als de kentekenhouder de kentekendelen deel Ib en deel II met bepaalde codes van het bewuste kenteken overhandigd, ging de RDW ervan uit dat meneer de kentekendelen van kenteken Y aan de medewerker moet hebben gegeven en er dus geen fout is gemaakt. De RDW legde de man, schriftelijk en in gesprekken, het systeem uit en wees er op dat het na de transactie afgegeven tenaamstellingsbewijs 1B bovendien de mogelijkheid aan een kentekenhouder biedt om de transactie te controleren. De RDW verzocht betrokkene aan te geven wat er volgens hem dan fout moest zijn gegaan.

De man verwijt de RDW niet de gevolgen te willen dragen voor een fout die een medewerker van het postagentschap heeft gemaakt. Hij is het er niet mee eens dat de RDW de bewijslast bij hem heeft gelegd. De medewerker moet volgens hem de kentekens hebben verwisseld.

De Nationale ombudsman toetst de gedraging van de RDW aan het vereiste van redelijkheid, dat meebrengt dat aan een besluit een gedegen onderzoek voorafgaat, dat rekening wordt gehouden met de belangen van de betrokken burger en dat het besluit begrijpelijk gemotiveerd wordt. De Nationale ombudsman achtte de klacht niet gegrond, omdat het besluit van de RDW aan deze voorwaarden voldeed. In een eigen onderzoek naar het systeem bij een postkantoor vond de Nationale ombudsman bovendien een bevestiging van de uitleg van de RDW.

Instantie: Dienst Wegverkeer (RDW) te Zoetermeer

Klacht:

geen verantwoordelijkheid genomen voor een fout die is gemaakt door een medewerker van een postagentschap waar verzoeker op 21 juli 2011 tijdig de schorsing heeft willen regelen van het op zijn naam staande kenteken X.

Oordeel:

Niet gegrond