IND onvoldoende voortvarend gehandeld in afwachting van beroep CTG

Rapport

Man aanvraag om een verblijfsvergunning op medische gronden is afgewezen. Hij dient een bezwaarschrift in en ook dient hij een klacht in bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorgtegen de arts die voor het Bureau Medische Advisering(BMA) het medisch advies heeft opgesteld. Als zijn klacht gegrond wordt verklaard, stelt de arts beroep in bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG).

Man klaagt erover dat de IND de beslissing op het bezwaarschrift heeft opgeschort in afwachting van de behandeling van het beroep door het CTG.

De minister van Immigratie en Asielvindt niet dat de IND iets te verwijten valt: hij staat achter de praktijk om beslissingen op bezwaarschriften op te schorten hangende een tuchtrechtelijke klachtprocedure. Hij stelt zich op het standpunt dat de IND weinig anders kan dan die klachtprocedure afwachten, gelet op het ontbreken van de bereidheid van andere (BMA)artsen om hangende een tuchtzaak een nieuw medisch advies uit te brengen.

Een tuchtrechtelijke klachtprocedure mag geen reden vormen om het uitbrengen van een medisch advies - en daarmee dus de beslissing op verzoekers bezwaarschrift - uit te stellen. Het BMA is - evenals de IND - een onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het BMA is dé instantie die de medische adviezen uitbrengt die de IND nodig heeft in een bepaalde zaak. De IND is op dit punt dus afhankelijk van het BMA. De IND en het BMA worden in het belang van de betrokken burger dan ook geacht met elkaar samen te werken op dit punt. Uit het vereiste van een goede samenwerking volgt dat de ene overheidsinstantie zich niet verschuilt achter een ander. Van een gebrek aan samenwerking mag een burger niet de dupe worden. Als die samenwerking op enig moment niet lukt doordat één van de overheidsinstanties (tijdelijk) niet wil meewerken, dan dient de voor beide instanties verantwoordelijke minister ervoor te zorgen dat de onwillige instantie alsnog over de brug komt. Dit is niet gebeurd. De gedraging is niet behoorlijk.

strijd met het vereiste van een goede samenwerking.

De minister van I en A / eventueel BZK wordt in overweging gegeven om het BMA opdracht te geven om ook indien in een bepaalde zaak een tuchtrechtelijke klachtprocedure loopt, een medisch advies uit te brengen in die zaak.

Instantie: Immigratie- en Naturalisatiedienst

Klacht:

beslissing op het bezwaarschrift van 27 augustus 2009 opgeschort in afwachting van de afhandeling van het beroepschrift dat de arts van Bureau Medische Advisering op 4 augustus 2011 indiende bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Oordeel:

Gegrond