2010/128

Rapport

Bureau Jeugdzorg verzocht de rechter om een spoedmachtiging gesloten plaatsing voor verzoeksters dochter. Verzoekster diende bij de klachtencommissie van het Bureau Jeugdzorg een klacht in over de onderbouwing van dit verzoek. De klachtencommissie oordeelde dat het verzoek niet zorgvuldig was onderbouwd en achtte de klacht gegrond. Bureau Jeugdzorg liet haar vervolgens weten dit oordeel niet te delen, omdat de klachtencommissie geen uitspraak kon doen over de onderbouwing van een verzoek tot gesloten plaatsing. Dit kon alleen de rechter.

Verzoekster klaagde erover dat Bureau Jeugdzorg het oordeel van de klachtencommissie niet deelde en naar aanleiding van dit oordeel geen maatregelen nam.

De No overwoog dat met de motivering van Bureau Jeugdzorg echter niet inhoudelijk werd aangegeven waarom het oordeel niet werd gedeeld, maar dat de geloofwaardigheid van de klachtencommissie ter discussie werd gesteld. Dit was niet de bedoeling van de uitspraak op de klacht van Bureau Jeugdzorg en deed bovendien afbreuk aan het vertrouwen van verzoekster in de klachtprocedure. Indien Bureau Jeugdzorg van mening was dat de klachtencommissie zich over dit soort gedragingen niet behoorde uit te laten, had het dit standpunt intern met de klachtencommissie moeten bespreken. Door in plaats hiervan naar verzoekster toe de klachtencommissie in twijfel te trekken, schaadde Bureau Jeugdzorg het vertrouwen in behoorlijke klachtbehandeling.

Bureau Jeugdzorg handelde in strijd met het vereiste van rechtszekerheid. De No achtte de klacht gegrond.

No deed aanbeveling aan Bureau Jeugdzorg om uitspraak over oordeel klachtencommissie te heroverwegen.

Instantie: Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam

Klacht:

Oordeel van klachtencommissie niet gedeeld en naar aanleiding hiervan geen maatregelen genomen.

Oordeel:

Gegrond