Verzoekers woning is gelegen naast een voetbalveldje met verharde ondergrond en stalen doelen. Naar aanleiding van verzoekers klachten over geluidsoverlast is een hoog hekwerk geplaatst, maar dat bleek een onvoldoende remedie. In rechte oordeelde de bestuursrechter op een verzoek om een voorlopige voorziening dat een bouwvergunning paste in het bestemmingsplan, zodat burgemeester en wethouders van Westland niet kon worden gedwongen een einde te maken aan het speelveldje, maar dat wel mocht worden verwacht dat maatregelen ter beperking van de overlast zouden worden genomen en toezicht zou worden gehouden. Het college besloot op 20 december 2005, en nogmaals op 24 oktober 2006, tot verwijdering van de voetbalkooien, op voorwaarde dat er een alternatieve speelvoorziening zou komen en herplaatsing van de kooien elders in de gemeente zou worden onderzocht
Verzoeker klaagt erover, dat het college geen uitvoering heeft gegeven aan de zijn besluit(en) tot verwijdering van de voetbalkooi.
De Nationale ombudsman overwoog dat een bestuursorgaan dient te beslissen na afweging van de daarvoor in aanmerking komende belangen, i.c.. het woongenot van omwonenden en het algemeen belang van een speelvoorziening in een woonwijk. In dit geval is een voorziening getroffen die voldoet aan de bouwvoorschriften en voor het gebruik waarvan de rechter de grenzen heeft aangegeven.
De collegebesluiten betroffen een oplossing die alle belangen zou dienen, maar die niet binnen een nog redelijke termijn realiseerbaar was gebleken. Daarom kon niet worden gesteld dat met die besluiten bij verzoeker gerechtvaardigde verwachtingen zijn gewekt, die het college behoorde na te komen.
Tot slot overwoog de Nationale ombudsman onder verwijzing naar de uitspraak van de rechter, dat indien ook na de wijziging van de constructie er klachten blijven, ten minste hoort te worden onderzocht of nieuwe maatregelen nodig zijn.
De Nationale ombudsman oordeelde de klacht niet gegrond
