2000/299

Rapport

Op 2 juni 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer T., voorzitter van de Stichting Wijkraad Rhienderen, namens de gezamenlijke wijkraden in Brummen met een klacht over een gedraging van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen. Naar aanleiding van dit verzoekschrift werd bij de gemeente Brummen geïnformeerd naar het uitblijven van een (nadere) reactie op de door verzoeker bij de gemeente ingediende klacht van 4 april 1999. Op 18 juni 1999 ontving verzoeker van de gemeente Brummen een schriftelijke reactie op zijn klacht. Verzoeker wendde zich vervolgens in een brief van 13 september 1999 opnieuw met een klacht tot de Nationale ombudsman. Nadat verzoeker nadere informatie had verstrekt, werd naar deze klacht een onderzoek ingesteld.

Op grond van de door verzoeker verstrekte gegevens werd de klacht als volgt geformuleerd:

Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Brummen afspraken niet is nagekomen betreffende de begeleidingsgroep die is opgericht omtrent de herinrichting rond het gebied Ambachtstraat en dat niet is beantwoord aan de verwachtingen die door de gemeente zijn gewekt met betrekking tot de begeleidingsgroep omtrent de herinrichting van het Marktplein. Verzoeker klaagt er met name over dat:

1. de beide begeleidingsgroepen na begin 1998 niet meer bij elkaar zijn geweest en niet betrokken zijn geweest bij de verdere planontwikkeling en inrichting van het plangebied;

2. de gemeente in een schrijven van 18 juni 1999, ondanks een op 3 mei 1999 gedane toezegging, niet is gekomen met voorstellen tot een voor ieder aanvaardbare vorm van samenwerking;

3. de gemeente zich blijkens een brief van 13 september 1999 op het standpunt stelt dat de trajecten volgens de vooraf gemaakte afspraken zijn verlopen.

Achtergrond

BIJLAGE

1. Tekening van de herinrichting Marktplein zoals deze door de begeleidingsgroep Marktplein is goedgekeurd en op 3 maart 1998 in de Commissie Openbare Ruimte van de gemeente Brummen is besproken.

2. (Gedeelte van) de tekening van de herinrichting Marktplein van 9 juni 1999 (model III), zoals deze is uitgevoerd (zie ook pagina 18).

Onderzoek

In het kader van het onderzoek werd het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen verzocht op de klacht te reageren en een afschrift toe te sturen van de stukken die op de klacht betrekking hebben. Vervolgens werd verzoeker in de gelegenheid gesteld op de verstrekte inlichtingen te reageren. Tevens werd aan het college van burgemeester en wethouders een aantal specifieke vragen gesteld.

Het resultaat van het onderzoek werd als verslag van bevindingen gestuurd aan betrokkenen.

De reactie van verzoeker gaf aanleiding het verslag op een enkel punt aan te vullen. De reactie van de gemeente Brummen gaf geen aanleiding het verslag te wijzigen.

Bevindingen

De bevindingen van het onderzoek luiden als volgt:

A. feiten

1. De gemeente Brummen stelde in 1994 een begeleidingsgroep in ter zake van de verbetering van de Ambachtstraat met het aanliggende Van Limburg Stirumplein (de begeleidingsgroep Ambachtstraat/Van Limburg Stirumplein) en in 1997 een begeleidingsgroep ter zake van de herinrichting van het Marktplein (de begeleidingsgroep Marktplein).

2. In deze begeleidingsgroepen werd zitting genomen door onder meer de wijkraden van de gemeente Brummen als vertegenwoordigers van de bewoners van de wijken. De Stichting Wijkraad Rhienderen was een van de deelnemende wijkraden.

3. Op 23 september 1994 werd de "werkwijze projectgroep Ambachtstraat e.o." door de gemeente op papier gesteld. Hierin staat onder meer vermeld:

"c. Begeleidingsgroep

De begeleidingsgroep heeft als taak:

- mede-adviserend in planuitvoering en inbreng over de realisatie hiervan;

- geeft suggesties over de inbreng van externe deskundigheid, tevens over de te nemen stappen in de voortgang van de planrealisatie;

- zorgt voor goede communicatie met hun achterban en draagt reële voorstellen uit de samenleving aan;

- geeft mede-advies over te maken publicaties, maar laat zelf geen publicaties uitgaan zonder dat deze akkoord zijn bevonden in de stuurgroep;

- bereidt de inhoud en besprekingen van de workshops voor;

- heeft inbreng over het te volgen tijdstraject en bereidt gedeeltelijk de presentatie aan de bevolking voor;

- zal mede-adviseren over het voor te bereiden bestemmingsplan en de te behalen kwaliteit van het plan."

4. De begeleidingsgroep Ambachtstraat kwam in de periode september 1994 tot en met november 1997 verschillende malen in vergadering met de gemeente bijeen.

5. Op 31 oktober 1995 maakte het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen door middel van een publicatie in het gemeentelijk informatieblad "Gemeente Thuis" bekend dat er een bestemmingsplan "Ambachtstraat en omgeving 1995" was opgesteld ten behoeve van een nieuwe invulling van het Graaf van Limburg Stirumplein en het gebied aan de noordzijde van de Ambachtstraat. Het college van burgemeester en wethouders wees er daarbij op dat het voorontwerp-bestemmingsplan "Ambachtstraat en omgeving 1995" met ingang van 2 november 1995 gedurende veertien dagen voor een ieder ter inzage lag.

6. In het verslag van de vergadering van de begeleidingsgroep van 20 november 1995 staat onder meer vermeld:

"- de inrichting van het plangebied wordt gedaan in samenspraak met de begeleidingsgroep, de leden zullen voorstellen van straatmeubilair en verlichting aandragen. (uiteraard is e.e.a. ook afhankelijk van het beschikbare budget en de praktische realiseerbaarheid)"

7. Op 12 november 1997 kwam de begeleidingsroep Ambachtstraat/Van Limburg Stirumplein voor de laatste maal met de gemeente in vergadering bijeen. Tijdens deze bijeenkomst is het bebouwbare gedeelte van het bestemmingsplan "Ambachtstraat en omgeving 1995" goedgekeurd en is het kleurgebruik en de uitstraling van de bebouwing vastgelegd in het bij dit bestemmingplan behorende Beeldkwaliteitsplan. In het Beeldkwaliteitsplan staat onder meer vermeld:

"5. Richtlijnen voor nadere uitwerking

(…)

5.3 Binnentuin

In de "binnentuin" dient sprake te zijn van eenheid qua kleur- en materiaalgebruik. Gebruikte kleuren en materialen zullen afwijkend zijn van hetgeen wordt aangewend in de Ambachtstraat, waardoor de eigen identiteit van de "binnentuin" onderstreept wordt.

Verhardingen, te weten paden en parkeerterrein, dienen in kleur te verschillen, en wel zo dat de paden duidelijk te onderscheiden zijn. (…) Op het hele terrein zal eenzelfde soort verlichting gebruikt worden in de vorm van wat lagere lantaarnpalen dan normaliter in straten aanwezig is, om zo het tuinkarakter te versterken."

8. Op 11 juni 1997 vond de eerste bijeenkomst plaats tussen de gemeente Brummen, de Vereniging Vrienden van Brummen, Ondernemers, de Wijkraad Dorpskern, de Wijkraad Zuid-West, de Wijkraad Rhienderen en een door de gemeente ingeschakeld ingenieursbureau (belast met de projectleiding), betreffende het project "Herinrichting Marktplein Brummen". Onderwerp van de bijeenkomst was onder meer de begeleidingscommissie en de uitgangspunten. In het verslag van deze bijeenkomst staat onder meer vermeld:

"2. Plan van aanpak

Gewerkt zal gaan worden met een begeleidingsgroep (BG) en een werkgroep (WG). De taak van de BG is het formuleren van de uitgangspunten waaraan het ontwerp moet voldoen binnen de door de gemeente opgestelde randvoorwaarden. (…) Plannen die in de WG worden uitgewerkt komen terug in de BG ter bespreking.

Gestreefd wordt dat uiteindelijk de BG -unaniem- het herinrichtingsplan vaststelt. Dit plan zal dan met de bevindingen/aanbevelingen uit de BG aan het gemeentebestuur worden voorgelegd.

(…)

De BG en WG staan beiden onder voorzitterschap van (het betrokken ingenieursbureau; N.o.). Correspondentie etc. verloopt via de gemeente.

(…)

7. Afsluiting

De volgende bijeenkomst wordt gehouden op 27 augustus om 19.30 uur in het gemeentehuis te Brummen.

In deze vergadering wordt dan een ontwerp besproken gemaakt naar aanleiding van het bovenstaande en de nadere gegevens uit de werkgroep.

De diverse geledingen reageren dan binnen 3 weken na deze vergadering op het ontwerp/de 2e BG bespreking."

9. De begeleidingsgroep Marktplein en de desbetreffende werkgroep kwamen in de periode juni 1997 tot januari 1998 zes keer bijeen.

10. In maart 1998 werd een plan voor de herinrichting van het Marktplein (zie achtergrond, onder 1) ter goedkeuring aangeboden aan de Commissie Openbare Ruimte van de gemeente Brummen. Dit plan genoot de voorkeur van de werkgroep en de begeleidingsgroep.

Het plan werd besproken in de vergadering van 3 maart 1998 van de Commissie Openbare Ruimte.

11. In maart 1998 werd een begin gemaakt met de bouw en de uitvoering van het project herinrichting Ambachtstraat/ Van Limburg Stirumplein.

12. In het informatieblad van de gemeente Brummen "Gemeente Thuis" van 3 maart 1999 werd onder meer het volgende meegedeeld:

"Morgen begint Wegenbouwbedrijf (H.; N.o.) haar werkzaamheden aan het Graaf Limburg Stirumplein. Door de komst van drie appartemtencomplexen start dit bedrijf in opdracht van de gemeente Brummen met de herinrichting van het openbare terrein op het plein. (…) In opdracht van de gemeente Brummen start dit bedrijf met het gereed maken van het grondwerk voor de tuinen rondom de drie appartementencomplexen. (…) De aanleg van de groenvoorziening vindt direct daarna plaats.

(…)

Het Graaf Van Limburg Stirumplein verandert door de komst van de appartementencomplexen van karakter. Het wordt meer dan voorheen een verblijfsgebied. De verlichting op het plein wordt hier dan ook aan aangepast. Langs de rijweg komen nieuwe lichtmasten. Deze masten hebben een hoogte van vier meter. In de groenstroken bij de binnentuinen komen nieuwe masten met een hoogte van drie meter. (…) overigens worden dezelfde lichtmasten in het komende jaar geplaatst op het Marktplein in de Ambachtstraat."

13. Op 4 april 1999 richtte verzoeker zich schriftelijk tot het college van burgemeester en wethouders van Brummen. Hij schreef onder meer:

"De gezamenlijke wijkraden in het dorp Brummen zien zich genoodzaakt een klacht in te dienen over het functioneren van de begeleidingsgroepen Ambachtstraat/Van Limburg Stirumplein en Marktplein.

Beide begeleidingsgroepen zijn al zeer geruime tijd niet meer bijeen geweest en gebleken is dat er sindsdien diverse ontwikkelingen zijn geweest, waarover is afgesproken dat over deze onderwerpen afstemming zou plaatsvinden met de genoemde begeleidingsgroepen.

Ondanks herhaalde verzoeken, zowel op ambtelijk niveau als via de verantwoordelijke wethouder, is de Gemeente Brummen niet bereid de eerder gemaakte afspraken na te komen.

(…)

Tevens willen wij op de agenda voor de bijeenkomst op 19 april aanstaande, inzake de conceptnotitie Omgang met adviesorganen, als agendapunt opgenomen zien: Omgang met Begeleidingsgroepen Ambachtstraat/Van Limburg Stirumplein en Marktplein."

14. Op 19 april 1999 vond een bijeenkomst plaats tussen de gemeente en de wijk- en dorpsraden. Het onderwerp van de bijeenkomst was de Concept-notitie "Omgang met adviesorganen". In het verslag van deze bijeenkomst staat onder meer vermeld:

"(Verzoeker; N.o.) informeert naar de voortgang van de begeleidingscommissies Ambachtstraat en Marktplein. Mevrouw (P.; wethouder van Brummen; N.o.) zegt toe dat zij zich in deze materie zal verdiepen."

15. Naar aanleiding van verzoekers brief van 4 april 1999 vond op 3 mei 1999 een gesprek plaats tussen (verzoeker; N.o.), de waarnemend burgemeester en de klachtencoördinator van Brummen.

16. In een brief van 4 mei 1999 schreef de klachtencoördinator van de gemeente, namens de burgemeester, aan (verzoeker; N.o.) onder meer:

"Op 3 mei hadden wij een gesprek over de door u namens de gezamenlijke wijkraden ingediende klacht. De klacht heeft betrekking op het onvoldoende functioneren van de begeleidingsgroepen Ambachtstraat/Van Limburg Stirumplein en Marktplein. Met deze brief bevestig ik de afspraken die wij in het gesprek hebben gemaakt.

Wij vragen het oordeel van wethouder (K.; N.o.) over de klacht zoals die is geformuleerd in uw brief van 4 april en zoals u die in ons gesprek hebt toegelicht.

Verder onderzoeken we welke afspraken zijn gemaakt over het functioneren en de rol van de begeleidingsgroepen.

Aan de hand van deze bevindingen zal ik de mogelijkheden bezien om tot een voor ieder aanvaardbare manier van samenwerking te komen. Voorstellen daarvoor probeer ik voor 1 juni aan u te doen toekomen."

17. Op 18 mei 1999 vergaderde de Commissie Openbare Ruimte van de gemeente Brummen. In het verslag van deze vergadering staat onder meer vermeld:

"Adviespunten

4a. Herinrichtingsplan Marktplein

(…)

(Verzoeker; N.o.) schetst de voorgeschiedenis van de planontwikkeling vanaf 1997. Zo'n driekwart jaar heeft de begeleidingsgroep met diverse plannen gestoeid. Tot april-mei 1998 hebben er volgens zijn zeggen nog gesprekken over de plannen plaatsgevonden. Daarna werd het stil. Het voorliggende plan is op allerlei wijze aangetast en ook de Ondernemersvereniging Brummen is voorstander voor het kappen van de bomen. De gezamenlijke wijkraden vragen zich af wanneer er iets constructiefs gebeurt op het Marktplein. Daarnaast zet hij vraagtekens waar het gaat om een zodanig Marktplein waar een ieder achterstaat.

Dit geeft hem aanleiding om de nota "omgang met adviesorganen" aan te halen en wel omgang met de begeleidingsgroep. Hier schort wel het een en ander aan, aldus hem. Dit betekent dat er goed geïnformeerd moet worden en men ook daadwerkelijk aan de slag moet gaan met het advies van de begeleidingsgroep. Hij vindt dat daarom eerst het proces aangepast moet worden.

De heer (M.; N.o.) (namens Vrienden van Brummen) ondersteunt de kritiek van de gezamenlijke wijkraden. Zij wachten nog op een toezegging van een jaar geleden. Daarom kunnen zij niet met dit plan instemmen.

Bij interruptie vraagt de heer (W.; N.o.) zich af of (verzoeker; N.o.) deze tekening voor het eerst ziet.

(Verzoeker; N.o.) antwoordt dat de tekening hem bekend is, maar dat de planontwikkeling op een aantal facetten anders is. Geheel nieuw is de tekening niet voor hem.

Hierop merkt de heer (W.; N.o.) op dat het niet de bedoeling kan zijn dat er een discussie ontstaat over verandering van een "korrel zand". Hij concludeert dat er voldoende kennisneming van het plan geweest is."

18. Het college van burgemeester en wethouders schreef op 18 juni 1999 aan (verzoeker; N.o.) onder meer:

"Tijdens het gesprek d.d. 3 mei 1999 heeft u uw klacht ten aanzien van het functioneren van de begeleidingsgroepen (verwoord in de brief van 4 april 1999) nader toegelicht. In onze brief d.d. 4 mei 1999 hebben wij aangegeven te bezien hoe wij tot een voor iedere partij (gemeente en begeleidingsgroep) aanvaardbare manier van samenwerking kunnen komen.

Tevens hebben wij u toegezegd dat wij proberen hiervoor voorstellen te doen vóór 1 juni 1999. Echter door interne omstandigheden is het niet gelukt u voor deze datum te berichten, waarvoor onze excuses. Uw klacht richt zich zowel op het functioneren van de begeleidingsgroep "Ambachtstraat" als op de begeleidingsgroep "Marktplein". Wij vinden dat deze groepen apart van elkaar beschouwd moeten worden om zodoende een juist beeld te krijgen over het functioneren ervan.

Begeleidingsgroep Ambachtstraat

De Ambachtstraat vormt een belangrijk onderdeel van het centrum van Brummen. De planontwikkeling voor de Ambachtstraat en omgeving is dan ook voor ons een reden geweest om de samenleving in een vroeg stadium te betrekken bij de voorbereiding van het nieuwe bestemmingsplan. De notitie "werkwijze projectgroep Ambachtstraat e.o." die u als bijlage heeft bijgevoegd, vormt de basis voor de samenwerking tussen begeleidingsgroep en gemeente. In deze notitie zijn de taken van de stuurgroep, projectgroep en begeleidingsgroep duidelijk omschreven. De wijkraden van de gemeente Brummen, Vereniging Vrienden van Brummen en de Ondernemersvereniging Brummen zijn verzocht om zitting te nemen in de begeleidingsgroep Ambachtstraat. Vanaf de start (september 1994) is de begeleidingsgroep nauw betrokken geweest bij de planontwikkeling van het bestemmingsplan. Zo heeft de begeleidingsgroep duidelijke inbreng gehad in het opstellen van het Beeldkwaliteitsplan en is er zeer regelmatig overleg gevoerd omtrent de invulling van het bestemmingsplan. Om hiervoor tot een goede afweging te kunnen komen zijn er informatie-avonden en een workshop georganiseerd, waarbij leden van de begeleidingsgroep de presentatie (mede) hebben verzorgd. Het bijgevoegde onderzoek (onderzoek wijkraden/verenigingen; N.o.) naar het functioneren van de samenwerking tussen wijkraden/verenigingen en gemeente geeft een goed beeld over de intensiteit van de samenwerking.

De procedure voor het wijzigen van het bestemmingsplan werd in gang gezet, waarbij in het Beeldkwaliteitsplan dat onderdeel uitmaakt van het bestemmingsplan, de sfeer en uitstraling (mede bepaald door de begeleidingsgroep) van het plangebied is vastgelegd. Op 23 december 1996 is de (gedeeltelijke) goedkeuring van het bestemmingsplan "Ambachtstraat 1995 en omgeving" ontvangen. De reden voor het slechts gedeeltelijk goedkeuren was dat voor een gedeelte van de bouwlocatie in de Ambachtstraat vooraf een bodemsanering moest worden uitgevoerd. In de daaropvolgende periode heeft de gemeente zich voornamelijk geconcentreerd op de uit te voeren bodemsanering en is de begeleidingsgroep schriftelijk op de hoogte gehouden van de voortgang.

Medio oktober 1997 heeft wederom een bijeenkomst van de begeleidingsgroep plaatsgevonden. Daarbij is het bouwplan voor invulling van de Ambachtstraat, ontwikkeld op basis van het bestemmingsplan en het Beeldkwaliteitsplan, door de architect aan de begeleidingsgroep gepresenteerd (dit verslag is bijgevoegd). Tijdens deze bijeenkomst is afgesproken dat in de volgende vergadering inzicht wordt gegeven in de toe te passen materialen. De volgende vergadering vond plaats op 12 november 1997 en had een afsluitend karakter. Het (bebouwbare) deel van het bestemmingsplan Ambachtstraat 1995 e.o. is goedgekeurd en het kleurgebruik en de uitstraling van de bebouwing is vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan. De voorzitter van deze bijeenkomst (wethouder Ruimtelijke Ordening) heeft de aanwezigen hartelijk bedankt voor hun inzet gedurende de bestemmingsplanontwikkeling. Gezien het informele karakter van deze bijeenkomst is hiervan (helaas) geen verslag gemaakt. In maart 1998 is een begin gemaakt met de bouw en inmiddels is de uitvoering van het project in volle gang.

Begeleidingsgroep Marktplein

Na lering te hebben getrokken uit de werkwijze van het project Ambachtstraat zijn de uitgangspunten en de werkwijze voor het project Marktplein bepaald. Op 11 april 1997 hebben wij besloten tot het instellen van een werkgroep bestaande uit medewerkers van een extern adviesbureau en gemeentelijke vertegenwoordigers. Daarnaast zijn leden van de diverse wijkraden, Ondernemersvereniging Brummen en Vereniging Vrienden van Brummen uitgenodigd om zitting te nemen in de begeleidingsgroep. Het doel van de werkgroep is om één of meerdere ontwerp-voorstellen uit te werken, waarbij rekening wordt gehouden met de gestelde randvoorwaarden (bijgevoegd) waarna dit plan in de schetsfase wordt aangeboden aan de begeleidingsgroep ter advisering.

De projectvoorbereiding wordt verzorgd door een extern adviesbureau (…). In de periode juni 1997 tot januari 1998 hebben 6 bijeenkomsten tussen werkgroep en begeleidingsgroep plaatsgevonden. Tevens werd op verzoek van de begeleidingsgroep een extern stedenbouwkundig ontwerper aangetrokken. Het resultaat was een plan dat zowel de voorkeur geniet van de werkgroep als van de begeleidingsgroep. Dit plan werd op 3 maart 1998 ter goedkeuring aangeboden aan de Commissie Openbare Ruimte. Deze commissie stemde in met de planopzet, mits de noodzakelijke aanvullende financiering gevonden kon worden, zonder de algemene reserve aan te spreken. In de daarop volgende periode werd geruime tijd op politiek niveau gezocht naar aanvullende financiering, tevens werden de aangrenzende ondernemers verzocht een financiële bijdrage te leveren.

Nadat een oplossing was gevonden voor het financiële tekort, is het plan wederom in de Commissie Openbare Ruimte besproken. De begeleidingsgroep Marktplein is uitgenodigd aanwezig te zijn bij de behandeling van het agendapunt Marktplein (d.d. 18 mei 1999). De commissie heeft besloten dat het plan besteksgereed gemaakt kan worden.

Nadat de raad in zijn vergadering van juni 1999 het budget beschikbaar heeft gesteld, zal de werkgroep het plan nader uitwerken op basis van de gestelde uitgangspunten.

Vervolg

Zodra het plan verder is uitgewerkt tot concept-besteksfase, zal de begeleidingsgroep worden uitgenodigd om kennis te nemen van de uiteindelijke uitwerking. Naar verwachting zal dit medio september 1999 zijn. Ook zullen de aangrenzende ondernemers c.q. aanwonenden aan het Marktplein worden geïnformeerd. Tijdens deze presentatie zullen wij ook de planning bekendmaken, waarbinnen de uitvoering van de herinrichting van het Marktplein plaatsvindt.

Wij vinden dat, hoewel de besluitvorming om financiële redenen lang op zich heeft laten wachten, de samenwerking met de begeleidingsgroep Marktplein en de totstandkoming van het plan volgens de vooraf gemaakte afspraken is verlopen.

Wij hopen dat na onze uiteenzetting over het verloop van het functioneren van de begeleidingsgroep u deze mening met ons kunt delen."

19. Op 29 juni 1999 schreef verzoeker aan het college van burgemeester en wethouders onder meer:

"Graag reageren wij op uw brief van 18 juni jongstleden, inzake onze klacht ten aanzien van het functioneren van begeleidingsgroepen.

Helaas geeft uw brief geen antwoord op onze klacht en moeten wij verder constateren dat de door u voor 1 juni aangekondigde voorstellen om te komen tot een voor een ieder

aanvaardbare vorm van samenwerking eveneens ontbreken.

Verder excuseert u zich in uw brief voor het niet tijdig nakomen van die afspraak.

Het is triest te moeten constateren dat wij er herhaaldelijk door u op zijn gewezen vertrouwen te moeten hebben in het juist en tijdig afhandelen van deze klacht, ondanks uw interne problemen. U meent het zich vervolgens te moeten veroorloven met een simpel excuus en zonder een concrete bijdrage voor een oplossing deze klacht af te doen met: wij hebben het goed gedaan en u moet niet zeuren. Wat in andere woorden de strekking van uw conclusie is. (…)

In uw brief van 18 juni volstaat u met het weergeven van feiten ten aanzien van het functioneren van de begeleidingsgroepen in de periode tot begin 1998.

Onze klacht richt zich op de periode daarna, waarin beide begeleidingsgroepen niet meer bijeen zijn geweest en ook niet betrokken zijn bij de verder planontwikkeling en inrichting van het plangebied.

Wel stuurt u een hele set bijlagen mee, die wederom niet op onze klacht slaan.

Graag verwijs ik u voor wat betreft de gemaakte afspraak, dat bijvoorbeeld de begeleidingsgroep Ambachtstraat wordt betrokken bij de inrichting van het plangebied, naar het verslag van deze groep van 20 november 1995 (zie hiervoor onder 6.; N.o.). Voor wat betreft het Van Limburg Stirumplein bent u deze afspraak niet nagekomen. Dit slechts als een voorbeeld om de inhoud van onze klacht nogmaals te verduidelijken.

U zult begrijpen dat wij van mening zijn dat met uw brief niets van onze klacht is opgelost en u deze brief moet zien als een klacht op onze klacht van 4 april 1999.

In afwachting van uw hopelijk spoedige reactie."

20. Vervolgens schreef het college van burgemeester en wethouders op 13 september 1999 onder meer aan verzoeker:

"In uw brief van 29 juni geeft u aan dat u niet tevreden bent met onze reactie op uw klacht van 4 april 1999.

(…)

Wij hebben aangeven dat wij van mening zijn dat de trajecten volgens vooraf gemaakte afspraken zijn verlopen. Wij delen uw mening dan ook niet, dat wij op bepaalde onderdelen de gemaakte afspraken niet zijn nagekomen. Het intensieve overleg dat met de wijkraden en overige participanten van de begeleidingsgroep heeft plaatsgevonden heeft de basis gevormd voor het thans (deels) uitgewerkte resultaat.

Naar onze mening hebben wij uw klacht naar behoren afgehandeld. Wij hebben tevens lering getrokken uit de gang van zaken.

In vervolgprojecten zullen wij trachten een nog duidelijker kader te scheppen, waarbinnen de taken en bevoegdheden van de participanten omschreven zijn.

Wij hopen van harte, dat de wijkraad Rhienderen in voorkomend geval wederom bereid is om zitting te nemen in een project- c.q. begeleidingsgroep."

B. Standpunt verzoeker

Het standpunt van verzoeker is weergeven in de klachtsamenvatting onder klacht, en in zijn onder A. FEITEN opgenomen brieven.

C. Standpunt college van burgemeester en wethouders van Brummen

1. Het college van burgemeester en wethouders liet, bij brief van 28 december 1999, in reactie op de klacht onder meer het volgende weten:

"Ook in het gesprek van 3 mei 1999 is melding gemaakt van beëindiging begeleidingsgroep.

In het gesprek dat heeft plaatsgevonden naar aanleiding van de ingediende klacht van 4 april 1999 is het verloop van het project Ambachtstraat en de werking van de begeleidingsgroep uitvoerig besproken. In dit gesprek is eveneens melding gemaakt van het afsluitende karakter van de bijeenkomst van 12 november 1997.

De reden dat de toezegging is gedaan om te onderzoeken of tot een aanvaardbare manier van samenwerking kon worden gekomen ligt in het feit dat (verzoeker; N.o.) niet op persoonlijke titel, maar namens een wijkraad spreekt. De gemeente Brummen hecht belang aan een goede verstandhouding met wijkraden en adviesorganen. Reeds sinds maart 1999 werden gesprekken gevoerd ten aanzien van de inhoud van de concept notitie "Omgang met adviesorganen". Bij deze gesprekken zijn alle wijkraden en adviesorganen van de gemeente Brummen betrokken geweest. Tijdens het gesprek van 3 mei 1999 met (verzoeker; N.o.) lag het in de verwachting dat de notitie vóór 1 juni aan het college van B&W voor akkoord kon worden aangeboden. Helaas heeft het besluit tot instemming met de inhoud van de notitie pas op 16 juni 1999 plaatsgevonden. Hoewel niet geheel volgens het afgesproken tijdstip, zijn wij van mening dat met de notitie "Omgang met wijkraden" een goede basis is gelegd voor een aanvaardbare manier van samenwerking met wijkraden.

Op 7 oktober is de begeleidingsgroep Marktplein geïnformeerd over de uiteindelijke uitwerking.

In onze brief van 18 juni 1999 hebben wij aangegeven dat de uitnodiging van de begeleidingsgroep medio september als doel zou hebben informatie te verstrekken over de uiteindelijke uitwerking. Deze bijeenkomst heeft uiteindelijk op 7 oktober 1999 plaatsgehad. De opmerking van verzoeker is daarmee dan ook juist, de bijeenkomst had een mededelend karakter. Op basis van het gezamenlijk opgestelde herinrichtingsplan (waarvoor op 3 maart 1998 reeds het bestuurlijk fiat is verkregen) is in de concept-bestektekening een nadere detaillering doorgevoerd.

Met deze nadere detaillering wordt geen afbreuk gedaan aan het plan zoals dit met de begeleidingsgroep is besproken en zoals dit door de Commissie Openbare Ruimte is goedgekeurd. Conform de vooraf gestelde randvoorwaarden zijn bij deze nadere detaillering de (civieltechnische) beheersplannen van de gemeente een toetsings criterium.

Dat verzoeker hogere verwachtingen heeft gehad ten aanzien van zijn inbreng met betrekking tot materiaalkeuzen en invulling van het plein tot op civieltechnisch uitvoeringsniveau is naar onze mening niet correct.

Met de begeleidingsgroep zijn op basis van de vooraf gestelde randvoorwaarden afspraken gemaakt voor de herinrichting van het plein. Zo zijn er binnen deze groep bijvoorbeeld afspraken gemaakt over:

- de richting van de verharding;

- ligging van de nieuwe weg;

- materiaalsoort bestrating (asfalt/betonstenen/gebakken materiaal) enz.

De uiteindelijke materiaalkeuze blijft voorbehouden aan de gemeente, aangezien ook op langere termijn het onderhoud binnen de beheerscriteria van de gemeente moet passen.

Wij delen de mening van (verzoeker; N.o.) dan ook niet en blijven van mening dat het project Marktplein is verlopen volgens de vooraf gemaakte afspraken. Daarnaast zijn wij van mening dat de gemeente t.a.v. de begeleidingsgroep Marktplein geen enkele verwachting heeft gewekt die onbeantwoord is gebleven."

2. Het college van burgemeester en wethouders liet op 7 februari 2000, in reactie op een aantal door de Nationale ombudsman gestelde vragen, onder meer het volgende weten:

"Op 14 januari ontvingen wij uw brief. Hierin verzoekt u de gemeente Brummen om u afschriften toe te zenden van het gesprek van 3 mei 1999, het herinrichtingsplan, de doorvoering van de nadere detaillering in de concept-bestektekening en de vooraf gestelde randvoorwaarden. In deze brief leest u onze reactie.

Verzoek om verslag 3 mei 1999

Van het gesprek van 3 mei 1999 is geen woordelijk verslag gemaakt. De in dat gesprek gemaakte afspraken zijn schriftelijk aan (verzoeker; N.o.) bevestigd in de brief van 4 mei 1999. De uitwerking van deze afspraken is weergegeven in de brief van 17 juni 1999 (bedoeld is 18 juni 1999; N.o.).

Uw overige verzoeken

Bij deze brief zijn wel kopieën toegevoegd van andere documenten waarom u vraagt.

Zo vindt u achtereenvolgens:

(...)

6. Tekening van de herinrichting Marktplein 9 juni 1999 (model III) (zie voor een gedeelte daarvan achtergrond, onder 2; N.o.)".

D. reactie verzoeker

Bij brief van 6 februari 2000 reageerde verzoeker op de brief van de gemeente van 28 december 1999. Verzoeker schreef onder meer:

"Van de bijeenkomst van 3 mei 1999 hebben wij nooit een verslag ontvangen. (…) Wel is een brief van de gemeente ontvangen, gedateerd 4 mei 1999, waarin overigens met geen woord wordt gerept over het beëindigen van de begeleidingsgroepen. Wel is in deze brief de mondelinge toezegging (…) afgezwakt door te stellen: "Voorstellen daarvoor probeer ik voor 1 juni aan u te doen toekomen".

In het gesprek op 3 mei is namelijk keihard door de heer (W.; N.o.) toegezegd dat voor 1 juni de klacht zou zijn opgelost in een voor ieder aanvaardbare vorm van samenwerking. (…)

Daarnaast is het uiterst vreemd dat op 3 mei melding gemaakt zou zijn van het feit dat een bijeenkomst op 12 november 1997 een afsluitend karakter had. Dit terwijl door diverse leden van de begeleidingsroep in de periode tussen 12 november 1997 en 3 mei 1999 herhaaldelijk is gevraagd om een bijeenkomst van de begeleidingsgroep, gezien de zichtbare ontwikkelingen in het plangebied. (…) De notitie Omgang met Adviesorganen is in dit kader door de gemeente nooit genoemd. Overigens handelt die notitie over de toekomstige samenwerking tussen gemeente en onder andere wijkraden.

Onze klacht is gericht op het niet functioneren van een tweetal bestaande begeleidingsgroepen in een periode vanaf eind 1997 tot mei 1999. De bedoelde notitie is in dit kader dan ook niet relevant, wat die was er toen nog niet.

In de bedoelde notitie wordt bovendien met geen woord gerept over de begeleidingsgroepen Ambachtstraat en Marktplein. Waaruit eens en temeer blijkt dat het de gemeente Brummen niet meer schikt om te werken met deze begeleidingsgroepen.

Ten aanzien van het Marktplein een opmerking van onze kant over de afsluitende zin in de brief van de gemeente: "Daarnaast zijn wij van mening dat de gemeente t.a.v. de begeleidingsgroep Marktplein geen enkele verwachting heeft gewekt die onbeantwoord is gebleven". Naar onze mening is dat een constatering die enkel en alleen gedaan kan worden na toetsing bij de betrokken deelnemers. Bij hen zijn namelijk de verwachtingen gewekt en bij hen zou dus nagevraagd moeten worden of die verwachtingen zijn beantwoord. Dat is nooit gebeurd!

Ten aanzien van de zinsnede dat een nadere detaillering is aangebracht, die geen afbreuk doet aan hetgeen in 1998 in de begeleidingsgroep is besproken en in dat jaar door de Commissie Openbare Ruimte is goedgekeurd, maken wij de volgende opmerkingen:

- in de laatste plannen wordt uitgegaan van de kap van alle bomen op het Marktplein. Dat is in de begeleidingsgroep niet besproken;

- ook blijkt na goedkeuring van het plan in 1998, in 1999 een tekening boven water te komen waarop plotseling de dorpspomp wordt verplaatst;

- via de plaatselijke pers is ons inmiddels gebleken dat er sprake is van flinke additionele kosten. Voor zover onze gegevens reiken wordt met die extra kosten het oorspronkelijke kostenplaatje met ruim een derde overschreden. Iets wat volgens ons wel degelijk afbreuk doet aan de randvoorwaarden voor het oorspronkelijke plan;

- tevens is aan het onderwerp sfeer op het plein (onder andere verlichting en straatmeubilair) geen aandacht besteed in de begeleidingsgroep. Terwijl dit wel als een belangrijk adviesonderwerp van de begeleidingsgroep werd gezien.

Met deze opmerkingen bestrijden wij dan ook de reactie van de gemeente dat met de nadere detaillering geen afbreuk wordt gedaan aan het plan dat in de begeleidingsgroep en de raadscommissie in 1998 is besproken."

Beoordeling

I. Inleiding

De gemeente Brummen heeft er voor gekozen bij het project herinrichting Ambachtstraat/Van Limburg Stirumplein en bij het project herinrichting Marktplein begeleidingsgroepen in te stellen. In deze begeleidingsgroepen zijn de bewoners van de wijken via de wijkraden vertegenwoordigd. Verzoeker klaagt er over dat de gemeente afspraken betreffende de begeleidingsgroep Ambachtstraat/Van Limburg Stirumplein niet is nagekomen en dat niet is beantwoord aan de verwachtingen die door de gemeente zijn gewekt met betrekking tot de begeleidingsgroep Marktplein.

II. Het sinds begin 1998 niet meer bij elkaar komen van de begeleidingsgroepen en het niet betrokken zijn bij de verdere planontwikkeling en inrichting van het plangebied.

1. De begeleidingsgroepen zijn ingesteld met het doel de betrokken bewoners via hun vertegenwoordiging (de wijkraden) bij de herinrichtingprojecten te betrekken. Op deze wijze werd beoogd een draagvlak voor de projecten te creëren.

Ten aanzien van de begeleidingsgroep Ambachtstraat/Van Limburg Stirumplein

2. De begeleidingsgroep Ambachtstraat/Van Limburg Stirumplein is in 1994 ingesteld. De taak van de begeleidingsgroep is vastgelegd in de 'Werkwijze projectgroep Ambachtstraat e.o." (zie bevindingen, onder A.3.). Vanaf 1994 kwam de begeleidingsgroep verschillende malen met de gemeente bijeen. In de vergadering van de begeleidingsgroep van 20 november 1995 (zie bevindingen, onder A.6.) is bepaald dat de inrichting van het plangebied zou worden gedaan in samenspraak met de begeleidingsgroep, waarbij de leden voorstellen voor straatmeubilair en verlichting zouden aandragen. Op 12 november 1997 kwam de begeleidingsgroep voor de laatste maal bijeen. Tijdens deze bijeenkomst is instemming betuigd met het bebouwbare gedeelte van het bestemmingsplan "Ambachtstraat en omgeving 1995" en met het kleurgebruik en de uitstraling van de bebouwing in het Beeldkwaliteitsplan.

3. De wijze waarop vervolgens aan het goedgekeurde bestemmingsplan "Ambachtstraat en omgeving 1995" en het Beeldkwaliteitsplan invulling is gegeven, met name wat betreft de inrichting van het plangebied (zie bevindingen, onder A.12.), had gelet op de tijdens de vergadering van 20 november 1995 gemaakte afspraak, dat de inrichting van het plangebied zou worden gedaan in samenspraak met de begeleidingsgroep, waarbij de leden voorstellen voor straatmeubilair en verlichting zouden aandragen, voor de gemeente aanleiding moeten zijn om de begeleidingsgroep daarbij te betrekken. Immers, de begeleidingsgroep mocht er op basis van de op 20 november 1995 gemaakte afspraak van uitgaan dat zij bij de concrete inrichting van het plangebied zou worden betrokken. De gemeente had daartoe zelf het initiatief moeten nemen. Het is niet juist dat dit niet is gebeurd.

4. Daaraan doet niet af dat het college van burgemeester en wethouders van Brummen stelt dat de bijeenkomst van 12 november 1997 een afsluitend karakter had. Verzoeker stelt dat dit hem niet was gebleken. Van de bijeenkomst is geen verslag gemaakt. Derhalve is niet vast te stellen wat er tijdens de bijeenkomst dienaangaande is meegedeeld. Nu de opheffing van de begeleidingsgroep niet schriftelijk is vastgesteld, acht de Nationale ombudsman het gezien het informele karakter van de bijeenkomst van 12 november 1997 aannemelijk dat het voor de begeleidingsgroep niet duidelijk is geweest dat met de bijeenkomst van 12 november 1997 aan de werkzaamheden van de begeleidingsgroep een einde was gekomen. De begeleidingsgroep mocht er derhalve van uitgaan dat het feit dat na 12 november 1997 een meer concrete invulling aan het bestemmingsplan is gegeven, hetgeen overeenkomstig de afspraken van 20 november 1995 in samenspraak met de begeleidingscommissie had dienen te gebeuren, voor de gemeente aanleiding had moeten zijn om de begeleidingsgroep opnieuw bijeen te roepen.

De onderzochte gedraging op dit punt is in zoverre niet behoorlijk

Ten aanzien van de begeleidingsgroep Marktplein

5. De begeleidingsgroep Marktplein is in juni 1997 ingesteld. In 1997 en begin 1998 is de begeleidingsgroep zes maal bij elkaar geweest. Op 3 maart 1998 is, met instemming van de begeleidingsgroep, een herinrichtingsplan ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeentelijke Commissie Openbare Ruimte (zie voor een tekening van dit plan achtergrond, onder 1). Uit de reactie van het college van burgemeester en wethouders blijkt dat dit plan vervolgens door de gemeente verder is uitgewerkt. Volgens het college van burgemeester en wethouders gaat het om een nadere detaillering, die geen afbreuk doet aan het plan zoals dit op 3 maart 1998 aan de Commissie Openbare Ruimte is voorgelegd. Op 18 mei 1999 vergaderde de Commissie Openbare Ruimte opnieuw. Het plan dat tijdens deze vergadering aan de commissie werd voorgelegd, en zoals dat vervolgens volgens het herinrichtingsplan van 9 juni 1999, model III, is uitgevoerd (zie voor een gedeelte van dit plan achtergrond, onder 2), week op twee punten af van het plan dat op 3 maart 1998 aan de Commissie Openbare Ruimte was voorgelegd. Een abri en de waterpomp waren verplaatst (zie voor de verschillen de tekeningen, achtergrond, onder 1 en 2).

6. In het plan van aanpak, zoals vermeld in het verslag van de eerste bijeenkomst van 11 juni 1997 van de begeleidingsgroep met onder meer de gemeente (zie bevindingen, onder A.8.), is bepaald dat "er naar gestreefd werd dat uiteindelijk de begeleidingsgroep het herinrichtingsplan - unaniem - zou vaststellen." Dit plan zou vervolgens met de bevindingen en aanbevelingen uit de begeleidingsgroep aan het gemeentebestuur worden voorgelegd. Uit hetgeen hiervoor onder 5. is aangegeven, volgt evenwel dat het plan dat op 18 mei 1999 aan de Commissie Openbare Ruimte is voorgelegd niet het plan is waarmee de begeleidingsgroep heeft ingestemd. Daaraan doet niet af dat de wijzigingen in het plan dat de instemming van de begeleidingsgroep had, zoals het college van burgemeester en wethouders stelt, slechts het doorvoeren van een nadere detaillering betreft.

7. Gezien het vorenstaande moet worden geoordeeld dat de gemeente de begeleidingsgroep in de gelegenheid had moeten stellen om zich - binnen de door de gemeente geformuleerde randvoorwaarden - uit te spreken over het plan zoals dat uiteindelijk (op 18 mei 1999) aan de Commissie Openbare Ruimte is voorgelegd. De gemeente had het initiatief moeten nemen de begeleidingsgroep daartoe opnieuw bijeen te roepen. Het is niet juist dat dit niet is gebeurd. Daaraan doet niet af dat aan de inspraak door de bewoners op een andere wijze vorm is gegeven, namelijk door publicatie van de plannen in het gemeentelijk informatieblad en de vermelding daarbij dat bezwaren binnen 14 dagen aan de gemeente kenbaar konden worden gemaakt. Evenmin doet daaraan af dat verzoeker zich tijdens de vergadering van de Commissie Openbare Ruimte van 18 mei 1999 over het plan heeft uitgesproken.

De onderzochte gedraging op dit punt is in zoverre eveneens niet behoorlijk.

III. Het niet nakomen van een op 3 mei 1999 gedane toezegging inhoudende dat gekomen zal worden met voorstellen tot een voor ieder aanvaardbare vorm van samenwerking.

1. Verzoeker heeft zijn ongenoegen over de gang van zaken met betrekking tot de begeleidingsgroep Ambachtstraat/Van Limburg Stirumplein en de begeleidingsgroep Marktplein in een brief van 4 april 1999 aan de gemeente voorgelegd. In reactie daarop heeft op 3 mei 1999 een gesprek plaatsgevonden tussen verzoeker en de gemeente. Van dit gesprek is geen verslag gemaakt. Verzoeker stelt dat tijdens het gesprek door de gemeente is toegezegd dat gekomen zou worden tot voorstellen betreffende een voor ieder aanvaardbare vorm van samenwerking tussen de gemeente en de begeleidingsgroep Ambachtstraat/Van Limburg Stirumplein en de begeleidingsgroep Marktplein. De gemeente stelt dat hetgeen tijdens het gesprek over de vorm van samenwerking is gezegd, betrekking had op een goede verstandhouding van wijkraden en adviesorganen in het algemeen en niet speciaal op de begeleidingsgroep Ambachtstraat/Van Limburg Stirumplein en de begeleidingsgroep Marktplein.

2. Nu de versie van verzoeker en de versie van de gemeente over hetgeen tijdens het gesprek van 3 mei 1999 is gezegd uiteenlopen en van het gesprek geen verslag is gemaakt, kan niet worden vastgesteld wat er precies is besproken. Ook de brief van 4 mei 1999 van de gemeente aan verzoeker waarin het gesprek werd bevestigd biedt geen uitsluitsel over de gemaakte afspraak. Overigens bevreemdt het niet dat verzoeker, gelet op de door hem voorgelegde klacht die de aanleiding was voor het gesprek op 3 mei 1999 en de onduidelijkheid van de brief van 4 mei 1999, de door de gemeente in de brief gedane mededeling dat de mogelijkheden bezien zouden worden om tot een voor ieder aanvaardbare manier van samenwerking te komen, heeft opgevat als een bevestiging van de afspraak in de door hem bedoelde zin. Dit is echter niet voldoende om aannemelijk te achten dat de gemeente tijdens het gesprek van 3 mei 1999 een toezegging in de door verzoeker bedoelde zin heeft gedaan.

Gezien het vorenstaande moet worden vastgesteld dat de lezingen van partijen elkaar op dit punt tegenspreken. Er zijn verder geen gegevens die de ene lezing aannemelijker doet zijn dan de ander. Daarom moet de Nationale ombudsman zich onthouden van een oordeel op dit punt.

IV. Het standpunt van de gemeente dat de trajecten volgens de vooraf gemaakte afspraken zijn verlopen.

Ten aanzien van de begeleidingsgroep Ambachtstraat/ Van Limburg Stirumplein

1. De begeleidingsgroep Ambachtstraat/Van Limburg Stirumplein is tot en met november 1997 een aantal malen bij elkaar geweest. Zoals hiervoor onder II.3. is aangegeven, is na de laatste bijeenkomst van de begeleidingsgroep op 12 november 1997 door de gemeente nadere invulling gegeven aan het goedgekeurde bestemmingsplan "Ambachtstraat en omgeving 1995" en het Beeldkwaliteitsplan, met name wat betreft de inrichting van het plangebied. De tijdens de vergadering van 20 november 1995 gemaakte afspraak, dat de inrichting van het plangebied zou worden gedaan in samenspraak met de begeleidingsgroep, waarbij de leden voorstellen voor straatmeubilair en verlichting zouden aandragen, had, zoals hiervoor onder II.3. al is aangegeven, voor de gemeente aanleiding moeten zijn om de begeleidingsgroep bij de nadere invulling van het bestemmingsplan te betrekken. Dit is niet gebeurd.

Gezien het vorenstaande kon de gemeente zich in redelijkheid niet op het standpunt stellen dat het traject volgens de vooraf gemaakte afspraken is verlopen.

De onderzochte gedraging op dit punt is in zoverre niet behoorlijk.

Ten aanzien van de begeleidingsgroep Marktplein

2. De taak van de begeleidingsgroep Marktplein is vastgelegd op 11 juni 1997 tijdens de eerste bijeenkomst tussen de gemeente, de Vereniging Vrienden van Brummen, de wijkraden en de projectleiding (zie bevindingen, onder A.8.). Tijdens deze bijeenkomst is in het plan van aanpak onder meer bepaald dat er naar gestreefd werd dat de begeleidingsgroep - unaniem - het herinrichtingsplan zou vaststellen. Zoals hiervoor onder II.5. is aangegeven, wijkt het plan waar de Commissie Openbare Ruimte zich op 18 mei 1999 over heeft gebogen af van het plan zoals dat op 3 maart 1998, met instemming van de begeleidingsgroep, aan de Commissie Openbare Ruimte is voorgelegd. Zoals hiervoor onder II.6. al is aangegeven, had de gemeente de begeleidingsgroep tussen 3 maart 1998 en 18 mei 1999 in de gelegenheid moeten stellen om zich - binnen de door de gemeente geformuleerde randvoorwaarden - uit te spreken over het plan zoals dat uiteindelijk (op 18 mei 1999) aan de Commissie Openbare Ruimte is voorgelegd. Gezien het vorenstaande kan niet worden gesteld dat overeenkomstig het plan van aanpak is gehandeld. Derhalve is het standpunt van de gemeente dat het traject volgens de vooraf gemaakt afspraken is verlopen niet juist.

De onderzochte gedraging op dit punt is in zoverre eveneens niet behoorlijk.

Conclusie

De klacht over de onderzochte gedraging van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen is gegrond voor zover geklaagd wordt over het sinds begin 1998 niet meer bij elkaar komen van de begeleidingsgroep Ambachtstraat/Van Limburg Stirumplein en de begeleidingsgroep Marktplein en het niet betrokken zijn bij de verdere planontwikkeling en inrichting van het plangebied. De klacht is ook gegrond voor zover geklaagd wordt over het standpunt van het college van burgemeester en wethouders dat de trajecten volgens de vooraf gemaakte afspraken zijn verlopen.

Over de klacht dat een door de gemeente op 3 mei 1999 gedane toezegging niet is nagekomen wordt geen oordeel gegeven.

Instantie: Gemeente Brummen/college van burgemeester en wethouders

Klacht:

Komt afspraken niet na betreffende de begeleidingsgroep die is opgericht omtrent de herinrichting rond het gebeid Ambachtstraat; niet beantwoord aan door gemeente gewekte verwachtingen omtrent herinrichting Marktplein.

Oordeel:

Geen oordeel