2008/136

Rapport

Verzoeker vervulde een vertrouwensfunctie bij het ministerie van Defensie. Op 8 en 9 maart 2006 vond er ten aanzien van verzoeker een veiligheidsonderzoek plaats door medewerkers van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD).

Verzoeker klaagt over de wijze waarop hij en zijn echtgenote door een medewerker van de MIVD tijdens het veiligheidsonderzoek zijn bejegend. Volgens verzoeker is hij door de betreffende medewerker op uiterst agressieve en intimiderende wijze verhoord en zijn aan hem grievende vragen gesteld.

Het feit dat de veiligheidsonderzoekers in het kader van het veiligheidsonderzoek gerechtigd zijn een aantal ingrijpende vragen aan verzoeker te stellen, betekent niet dat van de veiligheidsonderzoekers niet mag worden verwacht dat zij verzoeker deze vragen op een beleefde manier stellen en zich jegens verzoeker op een neutrale en onbevoordeelde wijze opstellen. Volgens de veiligheidsonderzoekers is verzoeker gevraagd wanneer hij voor het eerst met zijn huidige echtgenote naar bed ging om vast te kunnen stellen wat het moment was waarop ze een relatie hadden. Niet valt in te zien waarom de veiligheidsonderzoekers verzoeker expliciet deze vraag moesten stellen. Naar het oordeel van de Nationale ombudsman had de veiligheidsonderzoeker kunnen volstaan met de vraag vanaf welk moment verzoeker een relatie kreeg met zijn huidige echtgenote. Het stellen van vragen over het seksuele contact tussen echtelieden acht de Nationale ombudsman een onnodige en niet functionele inbreuk op het privéleven.

Door deze handelwijze heeft de veiligheidsonderzoeker jegens verzoeker uit het oogpunt van correcte bejegening niet juist jegens verzoeker gehandeld. De Nationale ombudsman oordeelde dat de onderzochte gedraging op dit punt niet behoorlijk was.

De minister van Defensie wordt in overweging gegeven te onderzoeken of het mogelijk is om de gesprekken in het kader van veiligheidsonderzoeken door de MIVD te registreren met audiomiddelen.

Overige klachtonderdelen:

- het niet informeren naar de gezondheidstoestand van verzoeker

- het stellen van vragen in het kader van het veiligheidsonderzoek

- de bejegening van verzoeker en zijn echtgenote tijdens het veiligheidsonderzoek en de wijze waarop de vragen zijn gesteld.

Instantie: Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Klacht:

Vragen gesteld in het kader van het veiligheidsonderzoek; niet geïnformeerd naar gezondheidstoestand verzoeker.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Klacht:

Aan verzoeker vraag gesteld vanaf welk moment verzoeker met zijn huidige echtgenote naar bed ging.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Klacht:

Wijze waarop verzoeker en zijn echtgenote zijn bejegend en de wijze waarop de vragen zijn gesteld.

Oordeel:

Geen oordeel