2006/128

Rapport

Verzoeker had het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verzocht om een deskundigenoordeel. Hij gaf daarbij aan dat hij van mening verschilde met zijn werkgever over zijn volledige geschiktheid voor zijn eigen werk per 1 januari 2005 en over de door zijn werkgever getroffen maatregelen om hem zijn werk te laten hervatten.

Verzoeker klaagde er onder meer over dat een arbeidsdeskundige van het UWV met betrekking tot zijn verzoek om een deskundigenoordeel de door verzoeker ter inzage aangeboden correspondentie tussen verzoeker en zijn werkgever, bij het gesprek met hem, niet wilde inzien.

De Nationale ombudsman overwoog dat het niet juist was dat de arbeidsdeskundige wel stukken van de werkgever in ontvangst had genomen, maar niet van verzoeker. Het ging immers juist om een meningsverschil tussen de werkgever en verzoeker. Dan dienen beide partijen in de gelegenheid te worden gesteld volgens hen relevante stukken te overleggen. Het zou immers kunnen dat de werkgever niet alle (volgens verzoeker) relevante stukken had overgelegd. Ook om de schijn van vooringenomenheid te voorkomen, had de arbeids-deskundige van beide partijen de aangeboden informatie in ontvangst moeten nemen.

De Nationale ombudsman oordeelde dat de arbeidsdeskundige van het UWV inzake het niet inzien van stukken, in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving had gehandeld.

Overig klachtonderdelen:

- het opnemen van privé-omstandigheden in de rapportage

- het niet in de gelegenheid stellen van verzoeker om zijn visie te geven

Instantie: UWV Nijmegen

Klacht:

Met betrekking tot verzoekers verzoek om deskundigenoordeel: door verzoeker aangeboden correspondentie tussen hem en zijn werkgever niet in hebben willen zien, verzoeker onvoldoende gelegenheid gegeven zijn visie op de kwestie gegeven.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: UWV Nijmegen

Klacht:

Ten onrechte privé-omstandigheden in zijn rapportage opgenomen.

Oordeel:

Niet gegrond