2005/003

Rapport

Verzoeker, een uitgeprocedeerde asielzoeker uit Bangladesh, klaagde erover dat de vreemdelingendienst Amsterdam-Amstelland hem een verklaring had laten ondertekenen waarin hij zijn eerder gedane aanvraag om een verblijfsvergunning introk, terwijl zijn advocaat vlak voor de ondertekening de dienst telefonisch had laten weten dat de aanvraag afgehandeld diende te worden. Deze klacht achtte de Nationale ombudsman gegrond.

Alhoewel er geen reden was om aan te nemen dat de ambtenaren van de vreemdelingendienst niet met het oog op de belangen van verzoeker en niet te goeder trouw hadden gehandeld - verzoeker had herhaaldelijk en indringend in eerdere gesprekken met de dienst aangegeven dat hij wenste terug te keren naar zijn land van herkomst, en dit was enkel mogelijk door intrekking van zijn aanvraag om een verblijfsvergunning - had de dienst niet voorbij mogen gaan aan de visie van verzoekers gemachtigde, de aangewezen persoon om de juridische situatie van verzoeker, die geestelijk labiel is, te beoordelen. Verzoeker klaagde er voorts over dat er bij het intrekkingsgesprek geen tolk aanwezig was. Deze klacht achtte de Nationale ombudsman niet gegrond nu het aannemelijk was dat verzoeker, die reeds zeven jaar in Nederland woonde, voldoende Nederlands verstond om de strekking van het gesprek en het te ondertekenen stuk te begrijpen en de vreemdelingendienst in eerdere gesprekken altijd Nederlands met hem sprak.

Instantie: Vreemdelingendienst van de Regiopolitie Amsterdam-Amstelland

Klacht:

Verklaring laten tekenen waardoor aanvraag verlening verblijfsvergunning is ingetrokken;.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Vreemdelingendienst van de Regiopolitie Amsterdam-Amstelland

Klacht:

Afwezigheid van tolk tijdens gesprek inzake intrekking aanvraag verlening verblijfsvergunning.

Oordeel:

Niet gegrond