Een mevrouw kreeg een aanslag voor gemeentelijke belasting van de gemeente Meierijstad. Ze vroeg hiervoor kwijtschelding aan. De kwijtschelding werd afgewezen. De reden dat haar kwijtscheldingsverzoek werd afgewezen was dat mevrouw te veel vermogen had. Mevrouw had een schuld bij de gemeente en ze had gehoopt dat de schuld meegerekend zou worden bij haar vermogen. Hierdoor zou ze op een negatief vermogen uitkomen en dus wel in aanmerking komen voor kwijtschelding. Zo dacht ze zelf.
Mevrouw vroeg de gemeente haar verzoek nogmaals te beoordelen naar aanleiding van een column van de Nationale ombudsman. De gemeente wees haar verzoek weer af. De Nationale ombudsman heeft over de klacht contact gehad met de gemeente Meierijstad. De gemeente legde uit dat schulden bij kwijtscheldingsverzoeken alleen meegeteld worden als het gaat om schulden die voorrang hebben boven de rijksbelastingen. Dit was niet het geval bij de schuld van de vrouw. Haar schuld was een geldlening voor woninginrichting. Ook ging de vergelijking met de column niet op. De column ging over de Tozo-regeling. Een regeling in het leven geroepen in verband met de Coronapandemie. Een bijzondere situatie omdat er geen wettelijke bepalingen waren hoe om te gaan met deze uitkeringen ingeval van kwijtschelding. Uit de reactie van de gemeente blijkt dat de beslissing volgens de regels genomen was. De afwijzing was dus juist.
Er waren ook geen bijzondere omstandigheden. De ombudsman vond dat de klacht niet gegrond was.
