Politie houdt verdachte melding vuurwapen terecht aan

Brief

Een man loopt samen met zijn neef over straat. Hij heeft een zwarte controller van een spelcomputer in de zak van zijn bodywarmer. Op enig moment haalt hij de controller uit zijn zak. Hij stopt de controller in een andere zak van zijn bodywarmer. De politie ontvangt hierover een melding. De melder zegt dat de man op straat loopt met een vuurwapen. De melder geeft een beschrijving van de man zijn uiterlijk. Ook vertelt de melder waar de man op dat moment loopt.

De politie houdt de man aan. Daarbij richt de politie haar vuurwapens op de man. Ook doet de politie handboeien bij de man om. De politie fouilleert de man en vindt de controller. Maar geen vuurwapen. Daarom mag de man naar huis.

De man is erg geschrokken van de aanhouding. Hij vindt het onterecht dat de politie haar vuurwapens op hem richtte. En hem handboeien omdeed. Hij droeg namelijk geen vuurwapen. Hij had alleen een controller bij zich. Hierover dient de man een klacht in bij de politie. De politie vindt de klacht van de man ongegrond. De politie kreeg een melding van een gevaarlijke situatie. De man zou een vuurwapen dragen. In dat geval gebruikt de politie haar vuurwapens. Ook doet de politie dan handboeien om.

De man dient een klacht in bij de Nationale ombudsman. De ombudsman onderzoekt de klacht. Hij vraagt informatie op bij de politie. De ombudsman vraagt de politie naar de manier waarop zij normaal omgaat met meldingen over wapens.

De ombudsman kan zich goed voorstellen dat de man erg is geschrokken van de aanhouding. Hij had de pech dat iemand onterecht een melding over hem deed. De man had helemaal geen wapen bij zich, maar een controller. Toch is de man terecht op deze manier aangehouden. De politie moet erop vertrouwen dat de melding klopt. De informatie over het uiterlijk van de man klopte namelijk. Ook de informatie waar de man liep. Daarom dacht de politie terecht dat er misschien gevaar was. Dus mocht de politie de man met gerichte vuurwapens en handboeien aanhouden. Dat is de vaste werkwijze van de politie bij meldingen over vuurwapens. De politie kon pas na de aanhouding weten dat de man alleen maar een controller bij zich had.

De ombudsman vindt het goed dat de politie na de aanhouding meerdere keren contact heeft met de (familie van de) man. Om te controleren of hij in orde is. Dat vindt de ombudsman passend, omdat de man erg geschrokken was. De klacht is ongegrond.