Een mevrouw vroeg aan de gemeente Amersfoort of zij de gemeentelijke belastingen niet hoefde te betalen (kwijtschelding). Zij legde uit dat het geld dat ze op haar rekening had staan, voor haar kind bedoeld was. Ze zei dat dit namelijk de kinderbijslag en het kindgebonden budget waren. Een deel van het geld had ze ook opgenomen om kleding en verjaardagscadeautjes voor haar kind te kopen.
Mevrouw ontving de kwijtschelding niet, ook niet nadat ze in beroep was gegaan. Ze diende daarom een klacht in bij de Nationale ombudsman.
De gemeente Amersfoort volgt de landelijk geldende regels voor kwijtschelding, die staan in de 'Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990' en de 'Leidraad invordering Amersfoort 2016'. Die regels zijn ook het uitgangspunt voor de Nationale ombudsman bij het beoordelen van deze klacht. Daarnaast kijkt de ombudsman of er bijzondere omstandigheden zijn, waardoor er van de strenge toepassing van de regels moet of kan worden afgeweken of maatwerk kan worden geboden.
De regels voor kwijtschelding zijn streng. Mevrouw had meer dan 4.000 euro aan spaargeld. Dit wordt gezien als vermogen. Mevrouw mag namelijk maximaal ongeveer 2.000 euro op haar rekening hebben om van te leven (vrij te laten bedrag). Het bedrag dat zij had was meer. Daarom wordt er van haar verwacht dat ze hiermee de gemeentelijke belastingen kan betalen. Ook na aftrek van de normale vrijstellingen, waaronder het kindgebonden budget en de kinderbijslag, bleef er nog genoeg geld over. Mevrouw kwam daarom niet in aanmerking voor kwijtschelding. De ombudsman vindt de klacht daarom niet terecht.
