Politie schendt huisrecht

Uit huis gehaald

Op deze pagina

    Column
    Een politie agent van de achterkant gefotografeerd. We zien zijn rug en politiekleding.

    De politie krijgt een melding. Ze horen dat een man heeft gedreigd zijn echtgenote 'vol te pompen met lood'. Die man is Amir (niet de echte naam). De politie gaat naar zijn huis. Onderweg bellen de agenten met de melder en die bevestigt dat de situatie erg serieus is. Aangekomen bij het huis, komt Amir op de politieambtenaren verward en agressief over. Hij wil hen niet te woord staan. Zijn echtgenote maakt op hen een angstige indruk. De agenten hebben geen goed gevoel over de hele situatie. Ze weten niet direct wat ze ermee aan moeten. De agenten besluiten zich even op straat terug te trekken voor overleg met de officier van dienst over wat te doen.

    Naar het politiebureau

    Ze besluiten Amir in het kader van hulpverlening – op grond van artikel 3 Politiewet – uit zijn huis te halen. Ze willen hem op het politiebureau laten beoordelen door de ggz. Dit gebeurt. De ggz ziet uiteindelijk geen aanleiding Amir te laten opnemen. Daarop besluiten de agenten hem op het bureau buiten heterdaad aan te houden voor bedreiging van zijn echtgenote. Uiteindelijk klaagt Amir bij de Nationale ombudsman over de gang van zaken. Hij vindt dat de politie hem niet mee had mogen nemen naar het politiebureau voor een beoordeling door de ggz.

    Schending van huisrecht

    De ombudsman onderzoekt Amirs klacht. Het gaat hier om een lastige situatie. Eentje waarin het ook lastig afwegen is voor de politie welke beslissing de juiste is. Het is en blijft immers moeilijk in te schatten hoe gewelddadig iemand daadwerkelijk is. De Nationale ombudsman heeft bij zijn onderzoek beoordeeld of er omstandigheden waren waardoor het noodzakelijk was Amir uit zijn huis te halen. De ombudsman oordeelt dat dit hier niet zo was. Het gedrag van Amir was onvoldoende gevaar zettend om hem mee te nemen naar het politiebureau en voor beoordeling door de ggz.

    Had Amir zich in de openbare ruimte bevonden? Dan was de situatie anders geweest. Nu is er echter sprake van schending van huisrecht. Wil je iemand uit zijn huis halen vanwege zijn verwarde, bedreigende gedrag? Dan moet er dus echt sprake zijn van een situatie waarin er geen andere mogelijkheid is dan direct ingrijpen. De betrokken politieagenten hebben ingeschat dat de situatie niet zodanig bedreigend was dat zij direct moesten ingrijpen. Ze zijn immers na het bezoek aan Amir weer weggegaan om te overleggen. En na overleg met de collega's zijn andere politieagenten naar Amirs huis gestuurd om hem op te halen. Hieruit blijkt dat er geen sprake was van een acute noodsituatie die het ophalen van Amir uit zijn huis rechtvaardigde.

    De Nationale ombudsman meent dat de bedreiging die Amir richting zijn echtgenote deed, wel voldoende aanleiding voor de politie was om hem buiten heterdaad aan te houden. Dat had de goede grond geweest voor de politieagenten om Amir mee te nemen naar het politiebureau. En de meest logische en minst bezwarende aanpak.

    Deze column verscheen in 2021 in het vakblad voor de politie 'Blauw'.