2017/035 Onderzoek naar klachtbehandeling in het sociaal domein na de decentralisaties

Onderzoek

Terug aan tafel, samen de klacht oplossen

Sinds januari 2015 is de uitvoering van de zorg (Wmo), jeugdhulp (Jeugdwet) en de begeleiding naar werk (Participatiewet) van het Rijk naar gemeenten overgegaan. De Nationale ombudsman heeft deze omwenteling de afgelopen twee jaar kritisch gevolgd. Hij ontving sinds januari 2015 ruim 3.100 klachten. Instanties schuiven moeilijke gevallen op elkaar af, wet- en regelgeving is ingewikkeld en burgers weten niet waar ze moeten aankloppen met hun probleem. Andere knelpunten zijn het onbeantwoord laten van vragen, schending van de privacy, onvolledige of onjuiste informatie-verstrekking, onheuse bejegening en ´van het kastje naar de muur'- problematiek.

Een schrijnend voorbeeld daarvan is een klacht waarin de ouders van een zoon met epilepsie en een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) vertellen over de strijd tussen de gemeente en het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ), dat de indicaties voor de Wlz afgeeft. Beide verwijzen naar elkaar, waardoor de situatie ontstaat dat de zoon niet de zorg krijgt die hij nodig heeft. Maar bij wie kunnen ouders nu terecht?

Samenvatting onderzoek 2017/035

Terug aan tafel

Dit moet veranderen. De Nationale ombudsman vindt dat de klachtbehandeling op de leefwereld van de burger moet aansluiten, dus zonder allerlei juridische of ambtelijke drempels. Van Zutphen: 'Ga met de burger terug aan tafel als er zich problemen voordoen'. Daarnaast moeten gemeenten zelf actief op zoek gaan naar en zich openstellen voor signalen van burgers. De Nationale ombudsman verwacht dat zijn bevindingen worden meegenomen in het Rijksbrede programma om het verloop van de decentralisaties kritisch te volgen. Hij gaat daarover graag in gesprek met de minister Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Nationale ombudsman,