Politieambtenaren belden 's ochtends rond 8.30 uur bij verzoekers woning aan om een openstaande boete van verzoekers zoon te innen. Verzoekers familie was zeer ontstemd over het feit dat de politieambtenaren meerdere malen achter elkaar hadden aangebeld, waarna een discussie ontstond.
Verzoeker klaagt erover dat de politieambtenaren hem hebben gediscrimineerd. Zo zouden zij vier keer hard en lang bij hem hebben aangebeld en ook bij het verlaten van de woning een aantal keren zeer lang hebben aangebeld. Eén van de politieambtenaren zou voorts gezegd hebben "wat u tegen ons zegt, zou u nooit tegen de Marokkaanse politie zeggen" en zou de familie een "slechte familie" genoemd hebben. Ten slotte zou de politie verzoekers aangifte niet hebben willen opnemen.
De opmerking "wat u tegen ons zegt …." was onnodig. Uit het oogpunt van professionaliteit kunnen bij deze opmerking vraagtekens worden geplaatst, maar de opmerking was niet van zodanige aard dat er sprake was van discriminatie. Het driemaal aanbellen was niet onjuist. De opmerking dat verzoekers familie een slechte familie is, het viermaal aanbellen bij het weggaan en het niet willen opnemen van de aangifte is niet aannemelijk geworden.
De politie heeft het discriminatieverbod voldoende gerespecteerd.