Burgemeester en politie doen onvoldoende onderzoek naar alternatief vrijheidsbeperkende maatregel

Rapport

In 2018 was er een festival van drie dagen in de plaats waar Hans (niet de echte naam) woont. Kort voor het festival had de politie contact met Hans. Bij dat contact zag de politie dingen bij Hans die de politie zorgen gaf. Daarna heeft de politie verder onderzoek gedaan naar Hans. Bij dat onderzoek kreeg de politie meer informatie over Hans. Op basis van deze informatie schatte de politie in dat Hans een risico vormde voor de veiligheid rondom het festival.

De politie heeft de burgemeester van de gemeente hiervan op de hoogte gebracht. De burgemeester en de politie hebben daarna een aantal keren besproken wat zij hieraan konden doen. Naar aanleiding van dat overleg heeft de politie Hans twee keer bezocht voordat het festival begon. Daarmee werd het probleem volgens de burgemeester en de politie niet opgelost. Uiteindelijk besloten de burgemeester en de politie om tijdens het festival extra op Hans te letten. Ook heeft de politie drie dagen voor zijn woning gestaan om te kijken waar hij heen ging. Ook heeft de politie met Hans gepraat toen hij naar het festival wilde gaan. Volgens Hans heeft de politie toen tegen hem gezegd dat hij niet op het festival mocht komen.

Hans was het niet eens met het optreden van de burgemeester en de politie. Daarom diende hij bij allebei een klacht in. De burgemeester liet Hans weten dat hij de klacht niet terecht vond. De politie nam de klacht van Hans niet in behandeling. Daar was Hans het niet mee eens. Daarom diende hij zijn klacht in bij de Nationale ombudsman.

Medewerker Omar (niet de echte naam) onderzoekt de klacht van Hans. Op grond van dat onderzoek komt de Nationale ombudsman tot de conclusie dat het optreden van de burgemeester en de politie niet helemaal goed was. En dat de politie de klacht van Hans wel had moeten behandelen. De Nationale ombudsman vindt dat de burgemeester en de politie ervan uit mochten gaan dat Hans een risico vormde voor de veiligheid van het festival. Toch vindt de ombudsman dat de burgemeester en de politie in dat geval ook moeten kijken naar de kant van Hans. De ombudsman vindt dat zij dat niet genoeg hebben gedaan.

De ombudsman vindt dat de politie Hans bij het eerste bezoek niet duidelijk heeft geïnformeerd over de reden van dat bezoek. De ombudsman heeft ook gekeken naar het optreden van de politie en de burgemeester bij het controleren van Hans. Volgens de ombudsman komt het optreden van de politie erop neer dat zij Hans heeft verboden om het festivalterrein op te gaan. Daarmee heeft de politie hem beperkt in zijn bewegingsvrijheid. Dat is een heel belangrijk recht. De Nationale ombudsman verwacht van de burgemeester en de politie dat zij in zo'n situatie goed uitzoeken welke maatregelen zij kunnen nemen. Bij het kiezen van een maatregel moeten zij ook de kant van Hans meewegen. Op die manier kunnen zij ervoor zorgen dat Hans daar zo weinig mogelijk last van heeft. De ombudsman komt tot de conclusie dat de burgemeester en de politie dat bij Hans niet hebben gedaan. Zij hadden een andere maatregel kunnen kiezen. Met die maatregel hadden zij ook hun doel kunnen bereiken. Terwijl dat voor Hans beter was geweest.

De ombudsman vindt ook dat de politie geen reden had om de klacht van Hans niet te behandelen. Als zij de klacht wel hadden behandeld, dan hadden zij kunnen kijken of zij Hans tegemoet konden komen. Ook hadden zij kunnen kijken of zij van hun optreden kunnen leren.

Instantie:

Klacht:

Alles overziend acht de Nationale ombudsman de klacht over het optreden van de burgemeester en de politie (deels) gegrond, wegens schending van het behoorlijkheidsvereiste van goede informatieverstrekking en het behoorlijkheidsvereiste van het respecteren van grondrechten en de klacht van Hans over de klachtbehandeling door de politie gegrond, wegens schending van het behoorlijkheidsvereiste van fair play.

Oordeel:

Gegrond