Rapportbrief: Raad voor de Kinderbescherming neemt klacht over wachttijd voor het verrichten van onderzoek en advies over een omgangs- en informatieregeling niet in behandeling

Rapport

Verzoeker klaagt erover dat de Raad voor de Kinderbescherming (hierna; RvdK) zijn klacht over de wachttijd voor het verrichten van onderzoek en advies over een omgangs- en informatie-regeling niet in behandeling heeft genomen. De RvdK heeft de klacht niet-ontvankelijk verklaard. Zijn klacht is door de Nationale ombudsman voorgelegd aan de minister voor Rechtsbescherming waar de RvdK onder valt. De minister geeft aan dat hij van mening is dat de RvdK de klacht over het niet tijdig starten van het onderzoek in behandeling had moeten nemen. De RvdK is het hiermee eens en zal de ontvankelijkheid van dergelijke klachten onder de aandacht brengen in het werkproces. De Nationale ombudsman vindt het belangrijk en positief dat de RvdK heeft geleerd van deze klacht. Andere ouders die zelf ook te maken krijgen met een lange wachttijd, kunnen hierover nu wel klagen. Leren van klachten is immers een belangrijk doel van professionele klachtbehandeling. (2019.29885)

Instantie:

Klacht:

verzoeker klaagt er over dat de Raad zijn klacht over de wachttijd voor het verrichten van onderzoek en advies over een omgangs- en informatie-regeling niet in behandeling neemt en niet-ontvankelijk verklaart.

Oordeel:

Gegrond