2020/045 Een dierenarts is het niet eens met het indienen en intrekken van tuchtklachten over hem bij het Veterinair Tuchtcollege

Rapport

Een dierenarts is samen met twee collega's verantwoordelijk voor de behandeling van paarden in een praktijk. De NVWA doet in 2015 een onderzoek in de praktijk. Ze willen kijken of de administratie van de behandeling van paarden op orde is.

De NVWA vindt na het onderzoek van niet. Op basis van dit rapport van de NVWA geeft de officier van Justitie de praktijk een boete. Ook dient een ambtenaar van het Ministerie van LNV op basis van dit rapport na twee jaar een tuchtklacht tegen de dierenarts en zijn twee collega's in bij het Veterinair Tuchtcollege. Maar nog voordat er een uitspraak kan worden gedaan, stopt de ambtenaar de behandeling van de tuchtklachten op de hoorzitting. De dierenarts vindt dat dit bewijst dat de tuchtklachten niet door het ministerie ingediend hadden moeten worden. Hij en zijn collega's willen excuses hiervoor. Maar die komen er niet en het blijft stil. De dierenarts zoekt contact met het ministerie om zijn onvrede hierover te uiten. De ambtenaar van het ministerie verwijst hem met zijn klacht naar de NVWA. De NVWA onderzoekt zijn klacht en oordeelt dat het niet gegrond is en verwijst de dierenarts weer terug naar het ministerie. De dierenarts neemt vervolgens mede namens zijn collega's contact op met de Nationale ombudsman. Hij klaagt erover dat het ministerie pas na twee jaar de tuchtklachten bij het Veterinair Tuchtcollege heeft ingediend. Ook klaagt hij dat het ministerie na het intrekken van de tuchtklachten niets meer van zich heeft laten horen. Tot slot klaagt hij over de klachtbehandeling zelf. Hij vindt dat hij door het ministerie en de NVWA van het kastje naar de muur is gestuurd.

Oordeel

De Nationale ombudsman oordeelt dat het ministerie onvoldoende voortvarend te werk is gegaan door pas na twee jaar de tuchtklachten in te dienen bij het Veterinair Tuchtcollege. Ook heeft het ministerie er niet voor gezorgd dat de dierenarts en collega's voldoende inzicht hebben gekregen in het hoe en waarom van het intrekken van de tuchtklachten. Dit vindt de ombudsman onvoldoende transparant. Tot slot vindt de ombudsman dat het ministerie en de NVWA beter hadden moeten samenwerken door af te stemmen met elkaar wie wat zou doen in de behandeling van de klacht van de dierenarts.