2015/031 Man op verkeerde been gezet over voorwaarden naturalisatie

Rapport

Verzoeker had zich voorbereid op zijn naturalisatieaanvraag in 2014. Hij was er bij een eerdere aanvraag door een gemeenteambtenaar op gewezen dat zijn aanvraag pas in 2014 een positief resultaat zou hebben omdat hij in 2009 een geldboete opgelegd had gekregen en hij had de folder van de IND over dit onderwerp gelezen. Verzoeker betaalde € 831,- aan legeskosten voor zijn aanvraag. Het naturalisatieverzoek werd uiteindelijk door de IND afgewezen, omdat verzoeker de geldboete waartoe hij in 2009 was veroordeeld, pas in 2012 had betaald. Verzoeker was er niet van op de hoogte dat de "vierjaarstermijn" wordt berekend vanaf het moment dat de boete daadwerkelijk is betaald, en niet vanaf het moment dat het vonnis onherroepelijk is geworden. Dit stond niet zo in de voorlichtingsfolder van de IND, en de baliemedewerkster had hem hier ook niet op gewezen. Verzoeker diende een klacht in bij zowel de gemeente Bloemendaal als de IND. Beide verklaarden zijn klachten ongegrond, met als voornaamste argument dat verzoeker het " model 2.3. Verklaring verblijf en gedrag" waarin staat opgenomen dat hij de afgelopen vier jaren geen geldboete heeft betaald, had ondertekend.

De Nationale ombudsman is het met de staatssecretaris en het College van B&W van de gemeente Bloemenddaal eens dat wanneer een burger een verklaring ondertekent waarin hij aangeeft dat bepaalde feiten zich wel of niet hebben voorgedaan, de burger hier aan kan worden gehouden. Echter de verklaring die verzoeker heeft getekend is zo dubbelzinnig geformuleerd dat het heel goed denkbaar is dat ook iemand die de Nederlandse taal wél goed beheerst, daaruit opmaakt dat het tijdstip van oplegging van de boete bepalend is en niet het tijdstip van betaling van de boete. Daar komt bij dat ook de voorlichtingsfolder van de IND onvolledig op dit punt was en dat het in alle redelijkheid van een gemeenteambtenaar die een naturalisatieaanvraag behandelt mag worden verwacht dat hij bij de aanvrager verifieert wanneer een – in dit geval – opgelegde geldboete daadwerkelijk door de aanvrager is betaald nu dit van essentieel belang is bij het indienen van een naturalisatieverzoek. Er is door de IND en het College dan ook in strijd gehandeld met het vereiste van goede informatieverstrekking. De onderzochte gedragingen zijn niet behoorlijk.

Aanbevelingen

De Nationale ombudsman beveelt de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aan de tekst van "Model 2.3 Verklaring verblijf en gedrag" aan te passen aldus dat de woorden "heb moeten betalen" worden gewijzigd in "betaald of opgelegd gekregen".

De Nationale ombudsman beveelt de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie én het College van de gemeente Bloemendaal aan een passend financieel gebaar in de richting van verzoeker te maken.

Instantie: Gemeente Bloemendaal

Klacht:

onjuist dan wel onvolledig voorgelicht over een voorwaarde waaraan verzoeker moest voldoen in het kader van zijn naturalisatieverzoek

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Immigratie- en Naturalisatiedienst

Klacht:

onjuist dan wel onvolledig voorgelicht over een voorwaarde waaraan verzoeker moest voldoen in het kader van zijn naturalisatieverzoek

Oordeel:

Gegrond