2011/306: Politie weigert vergoeding door hen aangebrachte schade aan scooter tijdens inbeslagname

Rapport

Verzoekers scooter werd door de politie in beslag genomen voor technisch onderzoek omdat de politie het chassisplaatje niet vertrouwde. Op het moment van inbeslagneming is niet vastgelegd in welke staat de scooter verkeerde.

Zeven maanden later heeft verzoeker zijn scooter terug gekregen. Volgens verzoeker is de scooter door toedoen van de politie beschadigd geraakt en hij heeft de politie daarvoor aansprakelijk gesteld.

De politie heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat de scooter niet teruggegeven had mogen worden; er zou waarschijnlijk sprake zijn van merkvervalsing en op grond van afspraken met justitie had de scooter vernietigd moeten worden. De politieambtenaren die de scooter hadden teruggegeven, zouden onterecht hebben geconcludeerd dat er niets mis was met de scooter.

Verzoeker klaagt erover dat de politie zijn verzoek om schadevergoeding heeft afgewezen.

De Nationale ombudsman oordeelde dat er vanuit mocht worden gegaan dat verzoeker zijn scooter terecht had teruggekregen. Nu de politie bij inbeslagneming niet heeft vastgelegd in welke staat de scooter verkeerde en het aannemelijk is dat er schade aan de scooter bestond, is het onjuist dat de politie aanvankelijk tot twee keer toe heeft geweigerd de schade te vergoeden.

De Nationale ombudsman heeft met instemming kennis genomen van het feit dat de korpsbeheerder de schade alsnog heeft vergoed.

Het redelijkheidsvereiste is geschonden.

Instantie: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland

Klacht:

verzoek om schadevergoeding bij brief van 26 juli 2010 afgewezen

Oordeel:

Gegrond