Afghanistan-veteranen niet serieus genomen met klachten na aanslag met bermbom

Op deze pagina

    Nieuwsbericht
    militair in tank

    Er is nauwelijks sprake geweest van gerichte begeleiding van drie Afghanistan-veteranen nadat zij gewond raakten na een aanslag met een bermbom. De Veteranenombudsman, Reinier van Zutphen, is van oordeel dat de minister van Defensie steken heeft laten vallen in haar bijzondere zorgplicht naar deze veteranen. De ombudsman maakt zich zorgen om militairen in een soortgelijke situatie en vraagt Defensie een richtlijn op te stellen voor standaardonderzoek na zg. blastblootstelling. Defensie erkent naar aanleiding van het onderzoek dat de zorg ontoereikend was en gaat in gesprek met de veteranen. "Ik begrijp heel goed dat deze drie veteranen het gevoel hebben dat zij niet serieus zijn genomen", aldus Van Zutphen.

    In 2009 rijden drie militairen (destijds 21, 27 en 27 jaar oud) tijdens een missie in Afghanistan op een bermbom. Twee van de drie raken door de explosie buiten bewustzijn, één breekt een arm. Alle drie  lopen zij meerdere jaren rond met een nasleep van fysieke klachten, maar vinden nauwelijks gehoor binnen de eigen organisatie. Ze klagen bij de Veteranenombudsman over de verzuimbegeleiding en de invulling van de zorgplicht door het Ministerie van Defensie.

    Zorgplicht en verzuimbegeleiding onvoldoende

    De Veteranenombudsman is van oordeel dat de veteranen direct na terugkomst in Nederland onvoldoende begeleid en gevolgd zijn. Hij vindt het zorgwekkend dat signalen lange tijd niet gezien of herkend werden door het kader van hun eenheid en de betrokken medische diensten. Geen van de drie militairen is na het incident formeel ziek gemeld. Bij een van de drie militairen nemen de rugklachten alleen maar toe, ondanks fysiotherapie en pijnstillers. Pas twee jaar na het ongeval mag de militair een MRI-scan laten maken, waaruit blijkt dat er een tussenwervel beschadigd is. Na behandeling gaat het beter, maar de rugpijn blijft.

    Het heeft twee tot vier jaar geduurd voordat de drie militairen formeel ziek zijn gemeld, ondanks hun klachten. De ombudsman constateert dat zij vervolgens niet tijdig zijn overgedragen aan het Dienstencentrum Re-integratie. Daar wordt o.a. bekeken of en in welke functie een militair weer aan het werk kan. Volgens het re-integratiebeleid van Defensie moet doorverwijzing binnen zes maanden gebeuren. Bij twee militairen heeft dit ruim negen maanden geduurd. Hierdoor is kostbare tijd om te re-integreren verloren gegaan.

    Ombudsman vraagt Defensie om richtlijn

    Het Ministerie van Defensie is verantwoordelijk voor de voorbereiding, begeleiding en de nazorg van veteranen, die als gevolg van een uitzending gewond zijn geraakt. Naar aanleiding van het onderzoek van de Veteranenombudsman heeft de minister laten weten dat de zorg ontoereikend was. Zij gaat met de drie veteranen in gesprek. Met het oog op vele andere veteranen die zijn blootgesteld aan een explosie, vraagt de ombudsman de minister om een richtlijn op te stellen voor standaardonderzoek na zg. blastblootstelling.