De Nationale ombudsman over zijn werk in en voor Caribisch Nederland

'Door de verhalen en gesprekken met inwoners, weten we wat er echt speelt'

Op deze pagina

    Interview
    Reinier van Zutphen, de Nationale ombudsman, in gesprek met Stephan Sjouke

    De Nationale ombudsman is ook de ombudsman voor Caribisch Nederland. Hoe zit dat? Waarmee kan hij de inwoners op de eilanden helpen en wat heeft hij de afgelopen jaren voor ze kunnen betekenen? Kortgeleden was de Nationale ombudsman, Reinier van Zutphen, samen met Strategisch Adviseur Internationaal Stephan Sjouke op bezoek op een deel van de eilanden. In dit interview blikken ze terug en vertellen ze over de verschillende uitdagingen op de eilanden.

    Kunt u uitleggen op welke manier de Nationale ombudsman ook ombudsman voor Caribisch Nederland is?

    Reinier: 'Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (BES-eilanden) vormen samen Caribisch Nederland, en maken als bijzondere gemeenten deel uit van Nederland. De Nationale ombudsman is er voor iedereen die in Nederland woont of die problemen heeft met de Nederlandse overheid. En dus zijn we er ook voor alle inwoners op de BES-eilanden. Als het bijvoorbeeld gaat over de Rijksdienst Caribisch Nederland, belastingen of zorg, dan krijgen zij dus ook te maken met de departementen in de torens hier in Nederland en dus ook met de Nationale ombudsman.

    Bij Aruba, Curaçao en Sint Maarten, de andere autonome landen in het Koninkrijk, zit het net even anders. Curaçao en Sint Maarten hebben een eigen ombudsman. En ook Aruba blijft niet achter. Daar zal binnenkort ook een eigen ombudsman starten. Ik ben daar erg blij mee. Samen met de ombudsmannen van Curaçao en Sint Maarten zeggen we al jaren dat het heel belangrijk is dat er ook een ombudsman voor Aruba komt. En dat hebben we nu eindelijk voor elkaar gekregen.'

    U bent recent teruggekomen van een bezoek aan Aruba, Bonaire, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba. Wat is u het meest bijgebleven?

    Reinier: 'Allereerst dat er grote problemen zijn rondom wonen. Er zijn te weinig woningen voor jonge mensen en voor oudere mensen. Ook is de huur daar heel hoog. Voor een tweekamerwoning betaalt men op Bonaire ongeveer $ 1.700 per maand. Dat is meer dan de helft van hun inkomen. En daarmee komen we gelijk bij het tweede probleem, armoede en schulden. Er zijn veel inwoners met schulden op de eilanden. Er is geen schuldhulpverlening. Daar moet verandering in komen. En niet alleen door een wet op schuldhulpverlening in te voeren, maar ook door voldoende ondersteuning te regelen.'

    Stephan: 'En daarnaast zijn de kosten van het levensonderhoud ook bepalend. Zo hebben we met studenten aan tafel gezeten die ons vertelden dat ze vaak niet naar huis kunnen als ze klaar zijn van school. Ze moeten een taxi of de schoolbus nemen, maar hebben niet altijd genoeg geld om de chauffeur te betalen. Die verhalen, dat blijft je uiteindelijk het meeste bij. Je hoort echte verhalen, waardoor je direct voelt en ziet voor wie je dit werk doet en waarom.'

    Reinier: 'Deze verhalen en gesprekken leveren ook enorm veel kennis op over wat er echt met de mensen gebeurt in de samenleving. Die kennis kunnen wij vervolgens goed gebruiken om uit te leggen waarom we bepaalde adviezen geven in onze rapporten en waarom we onderzoek doen. Niet omdat we zelf in Nederland bedacht hebben dat het nodig is, maar omdat de mensen het aan ons vertellen.

    Herkent u, Reinier, dit gevoel ook uit uw tijd als rechter op onder andere Curaçao?

    Reinier: 'Zeker. Ik was een tijd geleden rechter bij het gemeenschappelijk hof van justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Dat heeft nu een andere naam gekregen, maar het is nog steeds hetzelfde gerechtshof. Ik werkte toen veel op Curaçao, Sint Maarten en Aruba, dus op de BES-eilanden was ik eigenlijk niet zo vaak. De inwoners van de verschillende eilanden hebben uiteraard allemaal hun eigen karaktereigenschappen en cultuur, maar de overeenkomsten zijn uiteindelijk groter dan de verschillen. Door mijn tijd daar heb ik goed kunnen ervaren hoe de inwoners leven en hoe de overheid te werk gaat. Ik ben de samenleving gaan snappen. Door mijn werk destijds heb ik gezien hoe bijvoorbeeld de politie en het openbaar bestuur functioneren. Ik heb gehoord en gezien waar mensen tegenaanlopen. Denk aan geld- of taalproblemen. En ik heb ook gemerkt hoe de relatie van de inwoners en overheid met Nederland is.

    Daarnaast ben ik in die jaren erg gesteld geraakt op de eilanden en de mensen die er wonen. Ik vind dat ze alle steun verdienen die we maar kunnen geven en dat motiveert mij natuurlijk elke keer weer een beetje extra om mijn werk als ombudsman zo goed mogelijk uit te voeren. Het was voor mij een cadeautje toen bleek dat ik als ombudsman ook op de BES-eilanden bevoegd ben. We kunnen veel voor die eilanden betekenen. En ook de samenwerking met de andere ombudsmannen wordt steeds beter. Het helpt dan enorm dat ik er al bekend ben, en dat geldt ook voor Stephan die er al meer dan 10 jaar komt. Deze kennis en ervaring helpt ons vandaag de dag bij het doen van onderzoek en het op weg helpen van mensen.'

    In de afgelopen jaren hebt u samen met de Kinderombudsman onderzoek gedaan naar armoedeproblematiek op de eilanden. Ook schreef u recent een reflectie. Wat zijn de belangrijkste inzichten?

    Reinier: 'Het belangrijkste voor mij is dat we een grote bijdrage hebben geleverd aan het feit dat er nu eindelijk gewerkt wordt aan het sociaal minimum. We hebben er echt op gehamerd dat er een bestaansminimum vastgesteld moet worden. En daarbij benadrukken we steeds dat het niet alleen om het geld gaat, maar juist om hoe dit systeem op de eilanden wordt ingericht. De problemen gaan namelijk verder dan alleen geldproblemen. Er moet ook een hoop gebeuren op het gebied van goede huisvesting, onderwijs, zorg en sociale steun.'

    Stephan: 'Klopt. Een verhoging van het sociaal minimum is een goed begin, maar als je niet uitkijkt gooien de huisbazen en supermarkten de prijzen omhoog. De mensen die eindelijk wat meer geld te besteden hadden, zijn dan weer terug bij af. Voor ons is het dus belangrijk dat we bij de lokale overheid en Rijksoverheid veel bewustzijn creëren voor de randzaken van zo'n regeling.'

    Waar bent u het meest trots op als u kijkt naar uw werk voor Caribisch Nederland?

    Reinier: 'Ik zie dat ons rapport over kopzorgen van Caribische studenten uit 2020, veel verandering heeft gebracht. Het is ons gelukt om woorden om te laten zetten in daden. Er wordt hard gewerkt om studenten een steeds betere voorbereiding te bieden wanneer zij naar Nederland komen om te studeren. Er wordt ingezet op informatievoorziening, het regelen van een BSN-nummer voor de studenten en meer duidelijkheid bieden over de basiszorgverzekering, waar Caribische studenten recht op hebben.

    Door ons rapport is er bij de hogescholen en universiteiten in Nederland echt een verandering te zien in de alertheid op de problemen waar studenten tegenaanlopen. Ik ben blij en trots dat wij, en dan met name onze onderzoekers, dit voor elkaar hebben gekregen.'

    Wij helpen u graag op weg

    Hebt u een klacht over de lokale overheid, de Rijksdienst Caribisch Nederland, de politie of het Openbaar Ministerie op Bonaire, Sint Eustatius of Saba (BES)? Of wilt u meer informatie over wat de ombudsman voor u kan betekenen? (Ook beschikbaar in Engels en Papiaments). Kijk dan verder op deze pagina.