Bescherming

Op deze pagina

    Column

    Het zit in de menselijke natuur jezelf te beschermen en ook degenen die je lief hebt zie je liever niets overkomen. Soms kun je zelf voor die bescherming zorgen en soms besluit je dat het nodig is hiervoor een beroep te doen op anderen. Bijvoorbeeld burgers die een beroep doen op de politie of jeugdzorg. Deze burgers stellen zich daarmee kwetsbaar op. Ze geven hun bescherming uit handen en stellen vertrouwen in zo'n instantie. Het is dan belangrijk dat die zorgvuldig omgaat met dit vertrouwen. 

    De ouders van de negenjarige Emma* willen hun dochter ook beschermen. Zij is tijdelijk in behandeling in een instelling voor jeugdpsychiatrie en gaat hier ook naar school. Daar valt een zeventienjarige medeleerling haar lastig en probeert haar te zoenen. Emma's ouders horen dit en vinden de situatie onveilig voor hun toch al kwetsbare dochter. Zij vragen de school hier iets aan te doen.

    De school meldt het voorval bij de politie en laat weten dat maatregelen genomen zijn om te zorgen dat de dader geen anderen meer lastig valt. Omdat de politie nog wil nagaan of er voldoende hulp voor Emma en haar ouders is, bespreekt ze de melding in een speciaal overleg met ondermeer Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming. Via dit overleg komt de melding bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), die een onderzoek instelt naar Emma's situatie. Het AMK concludeert uiteindelijk dat verdere hulp niet nodig is.

    Emma's ouders zijn van deze hele gang van zaken niet op de hoogte en komen hier pas achter als zij over de afronding van het onderzoek een brief van het AMK ontvangen. Het is een standaardbrief met een folder die gericht is aan ouders die mogelijk zelf betrokken zijn bij mishandeling van hun kind. Dit alles valt de ouders rauw op het dak. Het lijkt nu net alsof zijzelf van mishandeling van hun kind verdacht zijn. Ze klagen hierover bij het AMK. Ze vinden dat die hen gelijk had moeten inlichten over hun onderzoek en op een passende manier informeren over de afronding. Het AMK vindt van niet en daarom stappen de ouders naar mij.

    Emma's ouders wilden hun dochter beschermen en stelden hiervoor vertrouwen in een andere partij. Ik vind het des te pijnlijker dat het door de standaardbrief en folder uiteindelijk leek alsof zijzelf hun kind mishandelden. Dit komt op mij over als kille bureaucratie. Ik heb het AMK dan ook aanbevolen bij meldingen van kindermishandeling in een situatie als deze een brief te gebruiken waaruit blijkt dat ouders niet als pleger worden beschouwd.

    Ook had het AMK hen direct moeten betrekken bij het onderzoek. En toen bij de afronding ervan bleek dat verdere actie vanuit het AMK in Emma's geval niet nodig was, had het AMK de politie beter kunnen adviseren zelf contact te zoeken met Emma's ouders om te vragen of er behoefte was aan hulp. Op deze manier was de bescherming van Emma goed opgepakt en het vertrouwen van haar ouders niet geschaad.  


    * Om privacyredenen is de naam veranderd