2012/092: Oud-directeur klaagt over communicatie door Functioneel Parket inzake verdenking fraude

Rapport

Verzoeker was directeur van een woonstichting. In mei 2010 deed de Raad van Commissarissen van die woonstichting aangifte tegen verzoeker wegens fraude. Verzoeker en zijn advocaat hebben er van alles aan gedaan om bij het Functioneel Parket te achterhalen wat de inhoud van de aangifte is. Ook is geprobeerd duidelijkheid te krijgen over de stand van zaken van de behandeling van de aangifte. Telkenmale is aan verzoeker meegedeeld dat er nog geen beslissing is genomen of er een onderzoek tegen verzoeker zal worden ingesteld.

Uiteindelijk kreeg verzoeker in december 2011 een brief waarin vermeld stond dat hij op dat moment niet als verdachte was aangemerkt, maar dat nieuwe feiten en/omstandigheden aanleiding konden geven dat alsnog te doen.

Verzoeker klaagde erover dat hij van het Functioneel Parket geen duidelijkheid verkreeg over de stand van zaken rondom de aangifte. Met name klaagde hij erover dat er geen beslissing werd genomen of er een strafrechtelijk onderzoek zou worden ingesteld.

De Nationale ombudsman kon zich voorstellen dat de aangifte zeer complexe materie betrof en dat er met behandeling van de aangifte veel tijd gemoeid is geweest. Dit speelde te meer nu er sprake was van een aangifte met zogenaamde geheimhoudersinformatie, waarbij het de nodige tijd kostte om een "werkbare" aangifte te krijgen.

Ondanks dat verzoeker gedurende langere tijd in onzekerheid heeft verkeerd, kon niet van het Functioneel Parket worden verwacht dat het eerder een beslissing zou nemen. Evenmin kon van het Functioneel Parket worden verwacht dat verzoeker als verdachte werd aangemerkt dan wel dat hem werd meegedeeld dat er geen strafrechtelijk onderzoek tegen hem zou worden ingesteld. Dat verzoeker reputatieschade heeft opgelopen ten gevolge van de publiciteit rond de aangifte, kan het Functioneel Parket niet worden verweten. De Nationale ombudsman oordeelde dat het Functioneel Parket niet onjuist heeft gehandeld.

Het vereiste van fair play is niet geschonden.

Instantie: Functioneel Parket te Den Haag

Klacht:

geen duidelijkheid verkregen over de stand van zaken rondom de aangiften, met name dat er geen beslissing is genomen of er een strafrechtelijk onderzoek wordt ingesteld

Oordeel:

Niet gegrond