2010/077

Rapport

Verzoeker is staande gehouden door een politieambtenaar na het begaan van een aantal verkeersovertredingen. Vervolgens ontstond er een woordenwisseling waarop de situatie is geëscaleerd. Verzoeker is uiteindelijk aangehouden.

Verzoeker klaagde er onder andere over dat de politieambtenaar discriminerende opmerkingen had gemaakt.

De Nationale ombudsman stelde zich op het standpunt dat van de politie mag worden verwacht dat zij niet bijdraagt aan een escalatie en dat het juist de taak van de politie is om de-escalerend op te treden, ook indien de burger escalerend gedrag vertoont. Verder is de betekenis van de uitlating zoals die overkomt op de omstander van belang.

Het vereiste van professionaliteit was geschonden.

De Nationale ombudsman achtte de onderzochte gedraging "niet behoorlijk".

Ook klaagde verzoeker erover dat de politieambtenaar tegen de deur van zijn auto had getrapt en hem had aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Tot slot klaagde verzoeker erover dat hij niet gehoord was tijdens de klachtenprocedure en dat de korpsbeheerder zijn klacht onvoldoende had onderzocht. De Nationale ombudsman achtte deze klachten niet gegrond.

Instantie: Regiopolitie Utrecht

Klacht:

Uitlatingen politieambtenaar.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Utrecht

Klacht:

Getrapt tegen portier van verzoekers auto; aangehouden en overgebracht naar politiebureau; niet persoonlijk gehoord tijdens klachtprocedure; camerabeelden niet geraadpleegd.

Oordeel:

Niet gegrond