2008/312

Rapport

Een politieambtenaar schreef aan verzoekster een bekeuring uit voor het niet dragen van de autogordel. In dat kader gaf verzoekster aan de politieambtenaar de achternaam van haar man op. Een jaar later stuurde een gerechtsdeurwaarder aan verzoekster een brief waarin hij haar maande om de bekeuring te betalen. Verzoekster was hierdoor verrast maar betaalde de bekeuring en de bijkomende incassokosten direct. Verzoekster stuurde een brief naar de deurwaarder waarin zij liet weten dat ze na het uitschrijven van de bekeuring nooit meer iets had gehoord. Als verklaring hiervoor bracht zij naar voren, dat zij sinds haar huwelijk uitsluitend de achternaam van haar echtgenoot, beginnend met een Z., hanteert. Haar meisjesnaam begint met een J. Zij woont op een huisje in een park, waar zij geen eigen brievenbus heeft, maar waar de post in een open brievenkast wordt gelegd, per beginletter van de achternaam gesorteerd. De brieven van het CJIB waren gericht aan J., en werden dus ook in het vakje met de J. gelegd. Daar kijkt verzoekster niet. Bij toeval had ze de brief van de deurwaarder, ook gericht aan mevrouw J., wel in handen gekregen.

Verzoekster klaagde erover dat de politieambtenaar die de bekeuring uitschreef in plaats van de achternaam van haar echtgenoot alleen haar meisjesnaam aan het CJIB heeft doorgegeven als gevolg waarvan zij de poststukken van het CJIB nooit heeft ontvangen.

De Nationale ombudsman oordeelde dat de betrokken politieambtenaar, door alleen verzoeksters meisjesnaam aan het CJIB door te gegeven als gevolg waarvan het CJIB de brieven aan verzoekster alleen aan haar meisjesnaam adresseerde, had gehandeld in strijd met het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen. De Nationale ombudsman achtte de gedraging daarom niet behoorlijk. De Nationale ombudsman gaf de beheerder van het regionale politiekorps Noord- en Oost- Gelderland in overweging om verzoekster te compenseren voor het feit dat zij uiteindelijk ruim € 200 meer heeft moeten betalen aan het gerechtsdeurwaarderkantoor dan het oorspronkelijke boetebedrag van € 75.

Instantie: Regiopolitie Noord- en Oost-Gelderland

Klacht:

Meisjesnaam verzoekster doorgegeven aan het Centraal Justitieel Incasso Bureau , hierdoor heeft verzoekster poststukken van het CJIB niet ontvangen .

Oordeel:

Gegrond